ECLI:NL:HR:2012:BX9572
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatie over witwassen en bewijsvoering in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1947, was in hoger beroep veroordeeld voor het plegen van witwassen. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2002 tot en met 3 juli 2007 samen met anderen een gewoonte had gemaakt van witwassen, waarbij aanzienlijke geldbedragen, in totaal € 44.240, zijn aangetroffen in zijn woning in Zandvoort. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat, mr. R. Zilver, middelen van cassatie had voorgesteld. De Advocaat-Generaal Machielse concludeerde tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof voldoende bewijs had geleverd voor de veroordeling van de verdachte. De bewijsvoering was gebaseerd op verschillende proces-verbaal van bevindingen, waaronder tapgesprekken en inbeslagnames, die aantoonden dat de verdachte en zijn mededaders wisten dat de aangetroffen voorwerpen afkomstig waren uit misdrijven. De Hoge Raad merkte op dat het Hof niet onbegrijpelijk had geoordeeld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van het witwassen, gezien de omstandigheden en de aard van de aangetroffen gelden.
De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep, waarbij werd vastgesteld dat de middelen niet konden leiden tot cassatie. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde de eerdere veroordeling van de verdachte door het Hof, waarmee de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de verdachte voor het witwassen werd gehandhaafd.