ECLI:NL:HR:2012:BY0969

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/03292
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest inzake gedwongen schuldregeling en overlegging stukken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.M. Kingma, had beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat op 28 juni 2012 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Middelburg en het gerechtshof, die beide betrekking hadden op een gedwongen schuldregeling en de overlegging van stukken in het kader van de faillissementswet.

De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, beoordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman was dat het cassatieberoep moest worden verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee het arrest van het gerechtshof in stand bleef. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op gedwongen schuldregelingen en de bijbehorende procedures.

Uitspraak

14 december 2012
Eerste Kamer
12/03292
DV/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. S.M. Kingma.
Verzoekster zal hierna ook worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak met de nummers 82114/12-35 en 82115/12-36 van de rechtbank Middelburg van 27 maart 2012,
b. het arrest in de zaak 200.104.779/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 28 juni 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.A. Loth en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 14 december 2012.