ECLI:NL:HR:2012:BY1382
Hoge Raad
- Cassatie
- C.A. Streefkerk
- A.H.T. Heisterkamp
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewijs en bewijslastverdeling in een overeenkomst van geldlening
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen [verweerder]. De zaak betreft een overeenkomst van geldlening en de daarbij behorende bewijs- en bewijslastverdeling. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof te 's-Gravenhage, waaruit blijkt dat [eiser] in eerste instantie een vordering had ingesteld die door de lagere rechters was afgewezen. De Hoge Raad heeft de cassatiedagvaarding, die aan het arrest is gehecht, in overweging genomen. De advocaat-generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft [eiser] bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] op nihil zijn begroot. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer J.C. van Oven.