In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de vennootschap Chamtor S.A. en de vennootschappen Carboply B.V. en Basic Supply Group B.V. Chamtor, gevestigd in Frankrijk, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof, dat de bevoegdheid van Carboply om zijn betalingsverplichting in verband met de levering van 'Carboply' op te schorten, had afgewezen. De Hoge Raad heeft de relevante feiten en het procesverloop in de feitelijke instanties samengevat, waarbij verwezen wordt naar eerdere vonnissen en arresten die aan deze zaak ten grondslag liggen.
De Hoge Raad heeft de klachten van Chamtor in het principale beroep verworpen, omdat deze niet konden leiden tot cassatie. De klachten waren niet van dien aard dat zij nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. In het incidentele beroep heeft de Hoge Raad ook de klachten van Carboply en Basic Supply Group verworpen, waarbij het hof niet had miskend dat er voldoende samenhang bestond tussen de leveringen van Proply en Carboply, zoals bedoeld in artikel 6:52 BW.
De Hoge Raad heeft in zijn beslissing Chamtor veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, en ook Carboply en Basic Supply Group in de kosten van het incidentele beroep. De uitspraak benadrukt de noodzaak van voldoende samenhang in verbintenissenrechtelijke contexten en bevestigt de eerdere oordelen van de lagere rechters.