ECLI:NL:HR:2013:CA0046

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juli 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
12/03196
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrecht en indemniteit bij brandschade aan gebouwencomplex

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Brinvast B.V. en Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. over de vergoeding van schade aan een gebouwencomplex door brand. De kern van het geschil betrof de uitleg van de verzekeringsovereenkomst en de vraag of de schadevergoeding diende te worden vastgesteld op basis van de verkoopwaarde of de herbouwwaarde van het complex. Brinvast, de eiseres tot cassatie, had eerder in de feitelijke instanties een beroep gedaan op de indemniteit, zoals vastgelegd in de verzekeringsovereenkomst. Delta Lloyd, de verweerster in cassatie, had in het incidentele beroep eveneens een beroep gedaan op de voorwaarden van de verzekering.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten van beide partijen niet gegrond verklaard. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof bekrachtigd, waarbij de rechtbank Amsterdam op 19 mei en 10 november 2010 en het gerechtshof Amsterdam op 20 maart 2012 reeds oordeelden over de zaak.

In de beslissing heeft de Hoge Raad Brinvast veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 6.118,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Delta Lloyd werd eveneens veroordeeld in de kosten van het incidentele beroep, begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.

Uitspraak

12 juli 2013
Eerste Kamer
nr. 12/03196
LZ/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
BRINVAST B.V.,
gevestigd te Schijndel,
EISERES tot cassatie, verweerster in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand en mr. K.J.O. Jansen,
t e g e n
DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel en mr. D.A. van der Kooij.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Brinvast en Delta Lloyd.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
de vonnissen in de zaak 448299/HA ZA 10-147 van de rechtbank Amsterdam van 19 mei 2010 en 10 november 2010;
het arrest in de zaak 200.082.615/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 20 maart 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Brinvast beroep in cassatie ingesteld. Delta Lloyd heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Brinvast toegelicht door mr. K. Teuben en mr. K.J.O. Jansen, advocaten bij de Hoge Raad en voor Delta Lloyd door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van zowel het principale als het incidentele beroep.
Mr. Teuben, voornoemd, heeft namens Brinvast bij brief van 8 mei 2013 op die conclusie gereageerd; de advocaten van Delta Lloyd hebben dat gedaan bij brief van 10 mei 2013.

3.Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
in het principale beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Brinvast in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Delta Lloyd begroot op € 6.118,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris;
in het incidentele beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Delta Lloyd in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Brinvast begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, M.A. Loth, C.E. Drion en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
12 juli 2013.