ECLI:NL:HR:2014:2458

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 augustus 2014
Publicatiedatum
26 augustus 2014
Zaaknummer
14/02443
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlevering van opgeëiste persoon aan de Verenigde Staten

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 16 april 2014, waarin een verzoek tot uitlevering van de opgeëiste persoon aan de Verenigde Staten van Amerika werd behandeld. De opgeëiste persoon, geboren in 1980, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. B. Stapert, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarna de raadsman schriftelijk heeft gereageerd op deze conclusie.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad van mening is dat de zaak niet voldoende juridische vragen oproept die een nadere uitleg of beoordeling vereisen.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 26 augustus 2014 het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De waarnemend griffier E. Schnetz was ook aanwezig bij deze uitspraak.

Uitspraak

26 augustus 2014
Strafkamer
nr. 14/02443 U
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 16 april 2014, nummer 10/960132-12, op een verzoek van de Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering van:
[de opgeëiste persoon], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze heeft mr. B. Stapert, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 augustus 2014.