ECLI:NL:HR:2014:2702

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 september 2014
Publicatiedatum
18 september 2014
Zaaknummer
14/02162
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Den Haag inzake naheffingsaanslag loonbelasting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 september 2014 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen die was opgelegd aan belanghebbende voor het tijdvak van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2002. De uitspraak van het Gerechtshof, gedateerd op 18 maart 2014, had betrekking op deze naheffingsaanslag en was genummerd BK-12/00810.

De Staatssecretaris heeft beroep in cassatie ingesteld tegen deze uitspraak, waarop belanghebbende een verweerschrift heeft ingediend. Vervolgens heeft de Staatssecretaris een conclusie van repliek ingediend, waarna belanghebbende een conclusie van dupliek heeft ingediend. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het middel slaagt op de gronden die zijn vermeld in het arrest met nummer 14/02163, dat op dezelfde dag is gewezen.

De Hoge Raad heeft in zijn beslissing het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Gerechtshof vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de vaststelling van het bedrag van de vergoeding van immateriële schade. De Hoge Raad heeft het bedrag van deze vergoeding vastgesteld op € 1000. De proceskosten zijn niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, samen met de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

12 september 2014
Nr. 14/02162
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
de Staatssecretaris van Financiëntegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 18 maart 2014, nr. BK-12/00810, betreffende een aan
[X], h.o.d.n. [...]te
[Z](hierna: belanghebbende) over het tijdvak 1 januari 2002 tot en met 31 december 2002 opgelegde naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen.

1.Geding in cassatie

De Staatssecretaris heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
De Staatssecretaris heeft een conclusie van repliek ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel slaagt op de gronden vermeld in het heden gewezen arrest met nr. 14/02163.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie gegrond,
vernietigt de uitspraak van het Hof, uitsluitend wat betreft de vaststelling van het bedrag van de vergoeding van immateriële schade,
stelt het bedrag van die vergoeding vast op € 1000.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2014.