ECLI:NL:HR:2015:419

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 februari 2015
Publicatiedatum
20 februari 2015
Zaaknummer
14/04526
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzet in cassatieprocedure

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 februari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij het verzet van de verzoeker tegen een eerdere beschikking van 7 november 2014 aan de orde was. De verzoeker, die in de beschikking als zodanig wordt aangeduid, had een verzetschrift ingediend tegen de beschikking van de Hoge Raad van 7 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3123. De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar deze eerdere beschikking, die aan de huidige beschikking is gehecht.

De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft in zijn conclusie aangegeven dat het verzet niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en geoordeeld dat het verzet van de verzoeker niet-ontvankelijk is op de gronden die in de conclusie van de Advocaat-Generaal zijn vermeld. Dit betekent dat de verzoeker niet in zijn verzet kan worden ontvangen, en de Hoge Raad heeft dit in zijn beslissing bevestigd.

De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer M.V. Polak, en de beslissing is genomen door de raadsheren C.A. Streefkerk als voorzitter, C.E. Drion en T.H. Tanja-van den Broek. Deze beschikking is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de voorwaarden voor ontvankelijkheid in cassatieprocedures verduidelijkt.

Uitspraak

20 februari 2015
Eerste Kamer
14/04526
LZ/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].

1.Het geding

Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar zijn beschikking in deze zaak van 7 november 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3123).
De beschikking van 7 november 2014 is aan deze beschikking gehecht.

2.Het tweede geding in cassatie

Tegen de beschikking van 7 november 2014 heeft [verzoeker] een verzetschrift ingediend.
Het verzetschrift is aan deze beschikking gehecht een maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het verzet.

3.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzet

Het verzet is niet-ontvankelijk op de gronden vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzet.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, C.E. Drion en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
20 februari 2015.