ECLI:NL:HR:2015:540

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 maart 2015
Publicatiedatum
10 maart 2015
Zaaknummer
13/04841
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen vonnis Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gedateerd 13 mei 2013, met nummer H 166/2012. De verdachte, geboren in Aruba in 1969, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. A.C.G. Bikker, die middelen van cassatie heeft voorgesteld en deze schriftelijk heeft toegelicht. De Hoge Raad heeft eerder, op 7 oktober 2014, geoordeeld dat de verdachte kan worden ontvangen in het beroep en dat de Advocaat-Generaal de gelegenheid moet krijgen om zich uit te laten over de voorgestelde middelen.

De Advocaat-Generaal, D.J.C. Aben, heeft in een aanvullende conclusie geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De raadsman heeft hierop schriftelijk gereageerd. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 10 maart 2015 het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren N. Jörg en E.S.G.N.A.I. van de Griend, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

10 maart 2015
Strafkamer
nr. S 13/04841 A
TBO/SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, van 13 mei 2013, nummer H 166/2012, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren in Aruba op [geboortedatum] 1969.

1.Geding in cassatie

1.1.
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.C.G. Bikker, advocaat te Oranjestad (Aruba), bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De middelen zijn schriftelijk toegelicht.
1.2.
De Hoge Raad heeft bij arrest van 7 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2910, geoordeeld dat de verdachte kan worden ontvangen in het ingestelde beroep en dat de Advocaat-Generaal in de gelegenheid behoort te worden gesteld zich uit te laten over de middelen.
1.3.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft bij aanvullende conclusie geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.4.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 maart 2015.