Uitspraak
zetelende te Den Haag,
wonende te Ghana,
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
effectieveband’ (‘absence de tout lien
effectif’ respectievelijk ‘lack of a
genuinelink’) vergt immers nadere uitwerking in de nationaliteitswetgeving van de verdragsluitende staten. Dit vindt bevestiging in het Toelichtend Rapport op art. 7 lid 1, aanhef en onder e, EVN, aangehaald in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.13, dat slechts voorbeelden geeft van gevallen waarin sprake kan zijn van het ontbreken van een effectieve band in de zin van die bepaling (‘Possible evidence of the lack of a genuine link may in particular be …’).
In het licht van hetgeen hiervoor in 3.5.2 ten aanzien van het EVN is overwogen, valt immers niet in te zien dat het begrip ‘het ontbreken van een effectieve band’ van art. 7 lid 1, aanhef en onder e, EVN ertoe dwingt art. 15 lid 1, aanhef en onder c, en lid 4 RWN – in weerwil van de duidelijke tekst daarvan – aldus uit te leggen dat als verliesgrond slechts kan gelden de situatie dat er in het geheel geen effectieve band meer aanwezig is, en dat het aanvragen van een reisdocument of een verklaring dat men de nationaliteit wil behouden, reeds voldoende is om verlies van nationaliteit te voorkomen.
Nu [verweerster] geen beroep heeft gedaan op enige andere grondslag die kan leiden tot toewijzing van haar primaire verzoek om vast te stellen dat zij de Nederlandse nationaliteit bezit, dient dit verzoek te worden afgewezen.
4.Beslissing
27 maart 2015.