ECLI:NL:HR:2016:1086

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 juni 2016
Publicatiedatum
3 juni 2016
Zaaknummer
15/04884
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen faillissementsvonnis en termijnoverschrijding bij indiening beroepschrift

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 juni 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Exploitatie Maatschappij Suolla B.V. tegen de Ontvanger van de Belastingdienst/Midden- en Kleinbedrijf, kantoor Zwolle. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 15 oktober 2015 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen, waaronder een vonnis van de rechtbank Overijssel van 8 september 2015. De kern van de zaak draait om de vraag of het beroep in cassatie tijdig was ingediend en of er sprake was van verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding bij indiening van het beroepschrift per e-mail.

De advocaat-generaal R.H. de Bock heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de advocaat van Suolla heeft hierop gereageerd. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist onder artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen, waarmee het arrest van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door vice-president F.B. Bakels en de overige raadsheren, en openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

3 juni 2016
Eerste Kamer
15/04884
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
EXPLOITATIE MAATSCHAPPIJ SUOLLA B.V.,
gevestigd te Zwolle,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaten: mr. B.T.M. van der Wiel en mr. R.R. Verkerk,
t e g e n
de ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF, KANTOOR ZWOLLE,
gevestigd te Zwolle,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Suolla en de Ontvanger.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/08/15/455 F van de rechtbank Overijssel van 8 september 2015;
b. het arrest in de zaak 200.176.961 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 oktober 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Suolla beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en het aanvullend cassatierekest zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De ontvanger heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Suolla heeft bij brief van 7 april 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
3 juni 2016.