In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 september 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende kwekersrecht. De eiser, handelend onder de naam [A], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Den Haag en was gerelateerd aan een geschil over inbreuk op kwekersrecht. De Hoge Raad heeft de klachten van de eiser in het cassatiemiddel niet gegrond verklaard, omdat deze niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eiser tevens verwezen in de proceskosten, die door de verweersters zijn gevorderd. De verweersters, waaronder Stichting Gladiolen Combinatie, hebben hun kosten gespecificeerd en deze zijn door de Hoge Raad toegewezen. De totale kosten aan de zijde van de verweersters zijn begroot op € 10.412,94, bestaande uit verschotten en salaris. De uitspraak benadrukt de toepassing van de Indicatietarieven IE-zaken van de Hoge Raad, die relevant zijn voor intellectuele eigendomszaken.