ECLI:NL:HR:2017:2467

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 september 2017
Publicatiedatum
25 september 2017
Zaaknummer
16/00834
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vertrouwensbeginsel en niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in strafzaken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 september 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte had beroep ingesteld tegen de beslissing van het Hof, dat oordeelde dat hij niet in redelijkheid kon vertrouwen op de toezegging van de Advocaat-Generaal (AG) dat de strafzaak tegen hem zou worden beëindigd. De AG had in een e-mail aangegeven in te stemmen met de beëindiging van de zaak, maar de formulering van deze e-mail was ongelukkig. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onjuist had geoordeeld over het vertrouwensbeginsel en dat de verdachte er niet op mocht vertrouwen dat de instemming van de AG ook betrekking had op het feit van rijden onder invloed. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarbij werd opgemerkt dat het middel niet tot cassatie kon leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie van het Openbaar Ministerie en de rol van het vertrouwensbeginsel in strafzaken.

Uitspraak

26 september 2017
Strafkamer
nr. S 16/00834
LBS/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 4 februari 2016, nummer 21/000802-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-presiden W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 september 2017.