Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het zesde middel
4.Beoordeling van de overige middelen
5.Slotsom
6.Beslissing
14 maart 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 11 december 2014 is gewezen. De verdachte, geboren in 1985, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De advocaat van de verdachte, M.C. van Linde, heeft zes middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en tot vermindering van de straf. De Hoge Raad heeft eerder, op 13 december 2016, in een ander arrest (ECLI:NL:HR:2016:2838) de voorzitter en de griffier van het Hof de gelegenheid gegeven om een proces-verbaal op te maken dat voldoet aan de eisen van artikel 326 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Na ontvangst van dit proces-verbaal heeft de raadsman van de verdachte de gelegenheid gekregen om schriftelijk te reageren.
De Hoge Raad beoordeelt de middelen van de verdachte. Het eerste middel klaagt dat het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep niet voldoet aan de eisen van artikel 326 Sv. De Hoge Raad oordeelt dat het ingezonden proces-verbaal na het eerdere arrest wel voldoet aan de eisen, waardoor de verdachte geen belang heeft bij vernietiging van de bestreden uitspraak. Het zesde middel klaagt over de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase, omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden. De Hoge Raad oordeelt dat dit middel gegrond is, aangezien de redelijke termijn is overschreden, wat leidt tot een vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van zes jaren.
De overige middelen leiden niet tot cassatie en behoeven geen nadere motivering. De Hoge Raad besluit de bestreden uitspraak te vernietigen, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en vermindert deze naar vijf jaren en zes maanden. Het beroep wordt voor het overige verworpen.