Het in voormeld proces-verbaal van de terechtzitting genoemd verweerschrift houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:
"Mijn subsidiaire verweer
Dit verweer is toegelicht in de resterende delen van de pleitnota van [betrokkene 3] en van de punten waarmee ik mijn hoger beroep nader heb gemotiveerd.
Mijn levensovertuiging, waarop het richtingbezwaar is gebaseerd, is het Holisme. Wij verklaren, conform artikel 5.b en artikel 8 lid 1 Leerplichtwet 1969 overwegende bedenkingen te hebben tegen de richting van alle scholen op redelijke afstand, en wel omdat geen van deze scholen deze levensovertuiging uitdragen of voldoende bevorderen, maar daarmee juist strijdig zijn.
Wij hebben onze richtingbezwaren toegelicht met een uitleg van de levensovertuiging, een overzicht van alle schoolrichtingen die door ten minste één bij [betrokkene 1] passende school op redelijke afstand van onze woning wordt uitgedragen en van enkele openbare scholen, en een toelichting van onze bezwaren tegen die schoolrichtingen en het Openbaar onderwijs, zoals die uit onze levensovertuiging volgen.
Ik geef van onze richtingbezwaren voor alle duidelijkheid hier nog een nadere toelichting.
Tegen de (protestants-)christelijke, rooms-katholieke, gereformeerde en reformatorische schoolrichtingen met één of meer scholen op redelijke afstand van onze woning betreffen onze bezwaren het vastgelegd, geschreven fundament van die richtingen, het Oude en het Nieuwe Testament (het Evangelie) en de bijbehorende normen en waarden. Die christelijke levensovertuigingen zijn allemaal primair op dogma's gebaseerd, ontleend aan overgeleverde teksten in de Bijbel waaraan men gezag toekent.
Onze eigen levensovertuiging betreft daarentegen een denkfundament dat dynamisch is en zeker niet vastomlijnd. Dit weerspreekt elkaar. Het Holisme is een bewustzijn dat de eenheid erkent en herkent achter de pluraliteit van het universum waarin wij leven. Onze levensovertuiging is dus georiënteerd op de persoonlijke ervaring van de mens, en juist niet primair op schriftelijke bronnen. Plaatsing van [betrokkene 1] aan zulk een school zou zijn geestelijke ontwikkeling naar onze mening daarom te zeer schaden.
Het onderwijs en de daarbij behorende normen en waarden van Openbare en Algemeen-bijzondere scholen zijn ontleend aan de visie van de meerderheid van de Nederlandse bevolking. Deze sluit niet aan bij het Holisme. Hoewel Openbare Scholen het Holisme officieel zouden moeten respecteren, is het percentage Holisten in Nederland zo klein, dat er onmogelijk een redelijke tijd binnen het onderwijs te besteden valt aan het Holisme als zodanig. Ook valt van docenten en het bevoegd gezag van die scholen geen inzicht in Holisme te verwachten, zodat zij niet weten wat zij nu precies zouden moeten eerbiedigen. Bovendien dragen deze scholen het Holisme per definitie niet uit, daar zij neutraal zijn. Daartegen hebben wij bezwaren. Doordat neutrale scholen elke levensovertuiging respecteert, hebben zij geen eigen visie.
Wij zijn er uit principe van overtuigd dat het vóór-leven (uitdragen) van een eigen visie (in ons geval het Holisme) onmisbaar is voor de geestelijke ontwikkeling van een jongere. Vanuit onze levensovertuiging vinden wij dat de spirituele en seculiere (wereldse) kanten van het leven één geheel zijn, en dat we daar geen (meer dan oppervlakkig) onderscheid tussen kunnen maken Daarom vinden we het bezwaarlijk dat de geestelijke ontwikkeling van onze kinderen en hun cognitieve en sociale ontwikkeling door bezoek aan een Openbare of Algemeen-bijzondere school van elkaar zouden worden gescheiden. Een school van onze eigen levensbeschouwelijke richting zou er immers voor kunnen zorgen dat die levensaspecten in het onderwijs wel één eenduidig geheel vormen. Een school die onze levensovertuiging niet uit ervaring kent en toepast, kan de waarde en werking van de dynamische ontwikkeling van onze levensovertuiging in kinderen niet begrijpen, laat staan bevorderen.
Tegen de Openbare school met humanistische cultuur het Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt hebben wij daarnaast het bezwaar dat het Humanisme van de mens uitgaat terwijl het Holisme een bewustzijn is dat de eenheid erkent en herkent achter de pluraliteit van het gehele universum waarin wij leven. Wij vinden het humanisme als levensvisie te beperkt. En ook op deze school is geen plaats voor het Holisme.
Bij de Antroposofische richting vinden wij de visie op reïncarnatie zeer bezwaarlijk. Hoe meer weerstand in deze visie een kind in zijn leven tegenkomt, hoe meer profijt het daaruit zou verkrijgen voor een volgende incarnatie. Ook hebben wij bezwaar tegen hun algemeen christelijk perspectief.
Afweging van richtingbedenkingen
Ouders maken per kind een afweging tussen het belang van schoolonderwijs en de noodzaak die zij zien om hun levensovertuiging te laten prevaleren in de ontwikkeling van hun kinderen. Omdat kinderen in karakter en ontwikkeling van elkaar verschillen kan deze afweging per kind verschillend uitvallen. Sommige kinderen zijn beter bestand tegen een kloof in levensopvattingen tussen thuis en school dan andere.
Een weegfactor is dat ouders bij uitoefening van een richtingbezwaar en dus bij het ontbreken van fysiek schoolonderwijs zelf meer zorg moeten leveren om de persoonlijkheidsontwikkeling van hun kind te bevorderen. Deze zorgplicht volgt uit artikel 1:247 BW.
Als de kinderen van richtingbezwaarde ouders niet allemaal aan het richtingbezwaar worden onderworpen (en sommigen dus wel naar school gaan), dan kan ook niet daaruit worden geconcludeerd dat het die ouders gaat om de soort van het onderwijs, tegen de leerplicht als zodanig of tegen de wettelijke inrichting van het onderwijs. Deze ouders maken per kind een afweging tussen het belang van schoolonderwijs en het belang van het impregneren van de ontwikkeling van hun kind met hun levensovertuiging. Omdat kinderen in karakter en ontwikkeling van elkaar verschillen kan deze afweging per kind verschillen. Sommige kinderen zijn goed bestand tegen de kloof in opvattingen tussen thuis en school, terwijl anderen daar kwetsbaar voor blijken.
Als ouders naar hun kinderen luisteren en hun opvattingen meewegen, alvorens op basis van hun ouderlijk gezag (art. 1:247 BW) een beslissing over hun onderwijs te nemen, dan doen zij dat in overeenstemming met het recht, en volgen zij daarin artikelen 12 lid 1 van het IVRK. Dit is dan ook geen grond om een richtingbezwaar te vverwerpen.
Ook de reisafstand naar de dichtstbijzijnde school van een gewenste of aanvaardbare richting kan een weegfactor zijn.
Het afwegen van het richtingbezwaar is voorbehouden aan de ouders. Het is niet aan de leerplichtambtenaar, de gemeente of de rechter om het gewicht van iemands richtingbedenkingen te bepalen, aldus de Hoge Raad op 30-10-2001 (LJN: AB2946, Hoge Raad, 01770/00).
Hoe dan ook, de Hoge Raad heeft strafrechters opdracht gegeven om de schoolbezwaren van verdachten die zich beroepen op artikel 5.b Lpw te onderzoeken, om te beoordelen of die bezwaren de richting van het onderwijs betreffen. Met de informatie die we de kantonrechter en nu nog eens aan u hebben verstrekt kunt u die beoordeling maken. U kunt zelf zien dat het ons om de richtingen van het onderwijs van scholen te doen is.
Het is daarbij volstrekt ondoenlijk en onredelijk om wat ik hierover verklaar nog eens aan te houden tegen objectieve feiten. Die kunnen onze opvattingen noch onderbouwen noch ontkrachten. Zulks te proberen is eveneens een vorm van afwegen van richtingbezwaren en de wetgever heeft zulke vormen van afweging, zover zij niet uitdrukkelijk in de tekst van de Leerplichtwet staan, wijselijk willen tegengaan.
Ik wijs hierbij op artikel 8 lid 2 Lpw. Dat verklaart een kennisgeving van een 5.b-beroep voor een individueel kind ongeldig als dat zelfde kind in de voorgaande jaarperiode aan een school geplaatst was van een richting waartegen bezwaar gemaakt wordt. Artikel 8 lid 2 Lpw zwijgt daarentegen over andere kinderen in het gezin en laat uit de schoolplaatsing van die andere kinderen geen enkele consequentie volgen. Als de wetgever aan zulk een omstandigheid wel een fatale consequentie had willen verbinden, dan zou deze dat in artikel 8 Lpw hebben gedaan."