ECLI:NL:HR:2018:1659

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 september 2018
Publicatiedatum
13 september 2018
Zaaknummer
18/00487
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake onroerendezaakbelastingen en Wet waardering onroerende zaken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 september 2018 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 21 december 2017. Het Gerechtshof had eerder een uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de Rechtbank Amsterdam, die betrekking had op de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2013 en de Wet waardering onroerende zaken. De belanghebbende, eigenaar van een onroerende zaak aan de [a-straat 1] te [Z], was het niet eens met de beschikking die was gegeven op basis van de Wet waardering onroerende zaken en de daaropvolgende aanslag in de onroerendezaakbelastingen. In cassatie heeft de belanghebbende verschillende klachten ingediend tegen de uitspraak van het Gerechtshof. De Hoge Raad heeft deze klachten beoordeeld en geconcludeerd dat ze niet tot cassatie konden leiden. Dit was in lijn met artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat klachten niet hoeven te worden gemotiveerd als ze niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Uitspraak

14 september 2018
Nr. 18/00487
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 21 december 2017, nr. 15/00073, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. AMS 14/181) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Amsterdam voor het jaar 2013 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] .

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2018.