Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
(vgl. HR 9 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BX4536).
3.Slotsom
4.Beslissing
16 oktober 2018.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 oktober 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure ingesteld door het Openbaar Ministerie tegen een beslissing van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof had op 25 januari 2017 een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen, omdat de betrokkene was ontslagen van alle rechtsvervolging met betrekking tot het zich ontdoen van afvalstoffen. De Hoge Raad oordeelt dat de afwijzing van de ontnemingsvordering ontoereikend is gemotiveerd, aangezien de betrokkene geen strafbaar feit heeft begaan en derhalve ook geen wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten. De Hoge Raad heeft eerder een arrest van het hof vernietigd, waardoor de grondslag voor de beslissing in deze zaak is komen te vervallen. De Hoge Raad benadrukt dat de behandeling van het cassatiemiddel van het Openbaar Ministerie verschilt van die van de betrokkene, omdat de positie van het OM anders is. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling.