ECLI:NL:HR:2018:2307

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 december 2018
Publicatiedatum
13 december 2018
Zaaknummer
18/02747
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over afdrachtvermindering onderwijs en vereiste schriftelijke overeenkomst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 december 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft de afdrachtvermindering onderwijs, specifiek de vereisten voor een schriftelijke en ondertekende overeenkomst ten tijde van de toepassing van deze afdrachtvermindering. De belanghebbende, een B.V., had bezwaar gemaakt tegen naheffingsaanslagen in de loonheffingen die waren opgelegd over de tijdvakken van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011, 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012, en 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. De Hoge Raad oordeelde dat het middel slaagde op de gronden die waren vermeld in een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2018:2259) en dat de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe berekening van de naheffingsaanslag loonheffingen over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012. De uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd voor wat betreft de naheffingsaanslag over het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

14 december 2018
Nr. 18/02747
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
de Staatssecretaris van Financiëntegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 15 mei 2018, nrs. 17/00208 tot en met 17/00210, op het hoger beroep van
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nrs. LEE 15/1448 tot en met 15/1450) betreffende aan belanghebbende over de tijdvakken 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011, 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 en 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 opgelegde naheffingsaanslagen in de loonheffingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente dan wel belastingrente. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

1.Geding in cassatie

De Staatssecretaris heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van het middel

Het middel slaagt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 18/02746 (ECLI:NL:HR:2018:2259) uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht. De uitspraak van het Hof kan niet in stand blijven. Verwijzing moet volgen voor een nieuwe berekening van de naheffingsaanslag loonheffingen over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie gegrond,
vernietigt de uitspraak van het Hof doch uitsluitend voor zover deze betreft de naheffingsaanslagen loonheffingen die zijn opgelegd over de tijdvakken 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 en 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012,
bevestigt de uitspraak van de Rechtbank voor wat betreft de naheffingsaanslag loonheffingen over het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011,
verwijst de zaak voor wat betreft de naheffingsaanslag loonheffingen over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 naar het Gerechtshof ’s‑Hertogenbosch ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G. de Groot als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2018.