Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
27 maart 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 1 april 2016 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1994, was betrokken bij een incident waarbij hij samen met anderen openlijk geweld pleegde tegen een persoon, wat resulteerde in zwaar lichamelijk letsel. De Hoge Raad heeft op 27 maart 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, onder zaaknummer 16/02134. De advocaat van de verdachte, C. Lammers, heeft middelen van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.