ECLI:NL:HR:2021:1595
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over informatieverplichting administratieplichtigen en gebruikelijkheidstoets bij werkkostenregeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 november 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [X1] N.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft de toepassing van de werkkostenregeling en de informatieverplichting van administratieplichtigen, zoals vastgelegd in artikel 53 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De belanghebbende had bonusaandelen aan haar groepsraadleden toegekend en deze aangemerkt als eindheffingsbestanddelen. De vraag was of de Inspecteur voldoende bewijs had geleverd voor de gebruikelijkheidstoets die vereist is voor de toepassing van de werkkostenregeling.
De Hoge Raad oordeelde dat de Inspecteur met een vragenbrief aan 88 ondernemingen in dezelfde branche als belanghebbende had voldaan aan zijn bewijslast. Het Hof had geoordeeld dat de Inspecteur niet oneigenlijk gebruik had gemaakt van zijn bevoegdheid door informatie te vragen aan administratieplichtigen zonder zakelijke relatie met belanghebbende. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen.
De uitspraak is van belang voor de interpretatie van de informatieverplichtingen van administratieplichtigen en de toepassing van de gebruikelijkheidstoets in het kader van de werkkostenregeling. De Hoge Raad benadrukte dat het niet nodig is om te motiveren waarom het beroep ongegrond is verklaard, aangezien de beoordeling van de middelen niet leidt tot vragen van belang voor de ontwikkeling van het recht.