Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
6 april 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 april 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 juli 2019. De verdachte, geboren in 1973, was als advocaat betrokken bij een incident waarbij hij een toezichthouder van de gemeente Borne belemmerde tijdens een controle op de naleving van het bestemmingsplan in een pand van zijn cliënt. De verdachte heeft de toezichthouder geduwd omdat deze binnen filmde, wat volgens artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) een strafbaar feit oplevert. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen van de verdachte beoordeeld, waarbij de advocaat J. Kuijper namens de verdachte cassatiemiddelen heeft ingediend. De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.