ECLI:NL:HR:2022:1088

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 juli 2022
Publicatiedatum
14 juli 2022
Zaaknummer
21/03892
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onderbewindstelling en verwijzingsprocedure na eerdere uitspraak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 juli 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 21/03892. De zaak betreft een verzoeker die in cassatie is gegaan tegen een beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder zijn beschikking van 19 juni 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1079) en een beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 22 juni 2021. De kern van de zaak draait om de onderbewindstelling en de vraag of er discrepantie bestaat tussen de beschikking en de uitlatingen in het proces-verbaal. De advocaat-generaal M.L.C.C. Lückers heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van verzoeker schriftelijk heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/03892
Datum15 juli 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: verzoeker,
advocaat: N.C. van Steijn.
Belanghebbenden in cassatie:
1. [de broer],
wonende te [woonplaats],
2. [rechthebbende],
wonende te [woonplaats],
3. [de bewindvoerder] handelende onder de naam [A],
gevestigd te Nootdorp,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:
zijn beschikking in de zaak 19/04761 (ECLI:NL:HR:2020:1079) van 19 juni 2020;
de beschikking in de zaak 200.286.720/01 van het gerechtshof Amsterdam van 22 juni 2021.
Verzoeker heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbenden hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van verzoeker heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.H. Sieburgh, als voorzitter, A.E.B. ter Heide en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
15 juli 2022.