Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Nootdorp,
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
15 juli 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 juli 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 21/03892. De zaak betreft een verzoeker die in cassatie is gegaan tegen een beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder zijn beschikking van 19 juni 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1079) en een beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 22 juni 2021. De kern van de zaak draait om de onderbewindstelling en de vraag of er discrepantie bestaat tussen de beschikking en de uitlatingen in het proces-verbaal. De advocaat-generaal M.L.C.C. Lückers heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van verzoeker schriftelijk heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.