ECLI:NL:HR:2022:868

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 juni 2022
Publicatiedatum
15 juni 2022
Zaaknummer
21/04686
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek van curator om machtiging voor procedure tegen de Belastingdienst in faillissementsrecht

In deze zaak heeft Pieter Guillaume Gilhuis, in zijn hoedanigheid als curator van Schefferdrukkerij B.V., een verzoek tot cassatie ingediend tegen de beschikking van de rechtbank. De zaak betreft een verzoek om machtiging om een procedure tegen de Belastingdienst aan te spannen, zoals geregeld in artikel 68 lid 3 van de Faillissementswet. De curator stelt dat er een belang is van de boedel bij een voortvarende afwikkeling van het faillissement. De Belastingdienst is in deze procedure niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal G. Snijders heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van de curator schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft het procesverloop in feitelijke instanties in acht genomen, waaronder eerdere beschikkingen van de rechtbank Rotterdam. Na beoordeling van de klachten over de beschikking van de rechtbank, heeft de Hoge Raad geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken op 17 juni 2022.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/04686
Datum17 juni 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
Pieter Guillaume GILHUIS, in zijn hoedanigheid van curator van SCHEFFERDRUKKERIJ B.V.,
wonende te Dordrecht,
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: de curator,
advocaat: P.A. Fruytier,
en
BELASTINGDIENST,
gevestigd te 's-Gravenhage,
BELANGHEBBENDE in cassatie,
hierna: de Belastingdienst,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak C/10/14/272 F van de rechter-commissaris in de rechtbank Rotterdam van 29 april 2021;
de beschikking in de zaak C/10/618200 / HA RK 21-514 van de rechtbank Rotterdam van 2 november 2021.
De curator heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
De procesinleiding is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Belastingdienst heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de curator heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
17 juni 2022.