ECLI:NL:HR:2023:1398
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van de STICHTING [X], vertegenwoordigd door G. Veldhuisen, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 7 februari 2023. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de griffier van de Hoge Raad de belanghebbende op 17 mei 2023 heeft gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en een termijn van vier weken heeft gesteld voor de betaling daarvan. Ondanks dat de brief volgens Track&Trace is afgeleverd, is het griffierecht niet voldaan.
Op 16 juni 2023 heeft de griffier een bericht in het digitale dossier geplaatst, waarin belanghebbende werd uitgenodigd om te verklaren waarom het griffierecht niet was betaald. Dit bericht is ook naar het opgegeven e-mailadres van belanghebbende verzonden. De Hoge Raad gaat ervan uit dat belanghebbende dit bericht heeft ontvangen. Aangezien belanghebbende geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om te reageren, heeft de Hoge Raad op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren.
De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing is openbaar uitgesproken door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig. Het arrest is geregistreerd onder ECLI:NL:HR:2023:1398.