ECLI:NL:HR:2023:569
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vrijstelling van omzetbelasting voor winstbeogende ondernemers in beschermingsbewindvoering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 april 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Staatssecretaris van Financiën en [X] B.V. De zaak betreft de vraag of bepaalde diensten van belanghebbende, die winst beoogt, vrijgesteld zijn van omzetbelasting op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 en de BTW-richtlijn 2006. De Hoge Raad oordeelt dat de prestaties van belanghebbende niet zijn vrijgesteld van omzetbelasting, omdat zij met haar diensten winst beoogt. De uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 8 oktober 2020, die in hoger beroep was aangevochten, kon niet in stand blijven. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, die eerder de naheffingsaanslagen in de omzetbelasting over verschillende periodes had opgelegd aan belanghebbende. De zaak is behandeld door de vice-president en vier raadsheren, waarbij de Advocaat-Generaal eerder had geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.