ECLI:NL:HR:2024:1455

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 november 2024
Publicatiedatum
11 oktober 2024
Zaaknummer
22/02233
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep in profijtontnemingszaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 november 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het beroep in cassatie was ingesteld door de betrokkene, die in deze zaak wordt aangeduid als de persoon van wie wederrechtelijk verkregen voordeel werd ontnomen. De advocaat R. Zilver heeft namens de betrokkene een cassatiemiddel ingediend. De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling van de zaak.

De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat het middel slaagt. De niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep door het hof was onterecht, omdat de rolzitting niet inhoudelijk werd behandeld en er dus ruimte was voor een inhoudelijke behandeling op een later moment. De Hoge Raad verwijst naar de redenen die zijn vermeld in een eerder arrest (ECLI:NL:HR:2024:1454) dat op dezelfde dag is uitgesproken.

De beslissing van de Hoge Raad houdt in dat de uitspraak van het hof wordt vernietigd en dat de zaak wordt terugverwezen naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch, zodat het hoger beroep opnieuw kan worden behandeld. Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rechtsgang in profijtontnemingszaken, waarbij de procedurele aspecten van het hoger beroep centraal staan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/02233 P
Datum5 november 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 7 juni 2022, nummer 20-000312-20, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
hierna: de betrokkene.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft R. Zilver, advocaat in Utrecht, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel keert zich tegen de niet-ontvankelijkverklaring door het hof van het door de betrokkene ingestelde hoger beroep.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 22/02232, ECLI:NL:HR:2024:1454.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en R. Kuiper, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 november 2024.