ECLI:NL:HR:2025:1279
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake Ziektewet en schadevergoeding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 september 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, [X], tegen de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 8 januari 2025, nummer 23/2472 ZW, die op zijn beurt weer voortvloeide uit een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nummer 22/5243) betreffende een besluit op grond van de Ziektewet. Belanghebbende had ook een verzoek om schadevergoeding ingediend. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep niet konden slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren, gebruikmakend van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is openbaar uitgesproken door de vice-president en twee raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.