ECLI:NL:HR:2025:137

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
22/03581
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op auto geregistreerd als gestolen in Duitsland en de hoorplicht van belanghebbenden

In deze zaak gaat het om een beklagprocedure betreffende een beslag op een auto die onder de klager is aangekocht. De auto was in Duitsland geregistreerd als gestolen. De klager heeft een klaagschrift ingediend tegen het beslag, waarbij de vraag centraal staat of de rechtbank de aangever en/of de verzekeringsmaatschappij als belanghebbenden in de gelegenheid had moeten stellen om te worden gehoord tijdens de behandeling van het klaagschrift in raadkamer. De Hoge Raad heeft op 28 januari 2025 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep in cassatie is ingesteld door de klager. De advocaat van de klager, R. Zilver, heeft een cassatiemiddel voorgesteld. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/03581 B
Datum28 januari 2025
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 21 juni 2022, nummer RK 22/002480, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft R. Zilver, advocaat in Utrecht, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
28 januari 2025.