ECLI:NL:HR:2025:1624

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
28 oktober 2025
Zaaknummer
24/01916
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kinderontvoering naar India en medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en onttrekking van minderjarige aan wettig gezag

In deze zaak gaat het om de kinderontvoering van een 2-jarig meisje naar India. De verdachte heeft in 2016 in Amsterdam het meisje met geweld weggenomen bij haar moeder. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep van de verdachte tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 13 mei 2024. De verdachte heeft cassatiemiddelen voorgesteld via zijn advocaat W.H. Jebbink. De benadeelde partij, vertegenwoordigd door advocaat J.P. Plasman, heeft een verweerschrift ingediend. De advocaat-generaal M.E. van Wees heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de verdachte.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/01916
Datum4 november 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 13 mei 2024, nummer 23-002841-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat W.H. Jebbink bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
Namens de [benadeelde] heeft de advocaat J.P. Plasman een verweerschrift ingediend.
De advocaat-generaal M.E. van Wees heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 november 2025.