ECLI:NL:HR:2025:1755
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 november 2025 uitspraak gedaan in een cassatieberoep ingesteld door [X], vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 20 mei 2025, nummer 23/795. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en vastgesteld dat het griffierecht niet was voldaan. De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 25 augustus 2025 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor betaling. Ondanks dat de brief volgens Track&Trace was afgeleverd, is het griffierecht niet betaald. Op 23 september 2025 heeft de griffier een bericht in het digitale dossier geplaatst, maar belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op het niet betalen van het griffierecht. De Hoge Raad concludeert dat het beroep in cassatie op grond van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is openbaar uitgesproken op 21 november 2025.