ECLI:NL:HR:2025:219

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 februari 2025
Publicatiedatum
10 februari 2025
Zaaknummer
23/02647
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in een strafzaak

Op 18 februari 2025 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 23/02647. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, die werd bijgestaan door advocaat S.F.W. van 't Hullenaar. De zaak betreft een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 27 juni 2023 uitspraak deed in de strafzaak tegen de verdachte. De plaatsvervangend advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst van deze beoordeling was dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft in dit geval geen motivering hoeven geven voor zijn oordeel, omdat de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, samen met de raadsheren A.E.M. Röttgering en M. Kuijer, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/02647
Datum18 februari 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 juni 2023, nummer 21-001133-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat in Arnhem, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De plaatsvervangend advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
18 februari 2025.