ECLI:NL:HR:2025:479

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 maart 2025
Publicatiedatum
27 maart 2025
Zaaknummer
24/02534
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijk oordeel over verslavingsstoornis en ernstig nadeel in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 maart 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. Betrokkene, die woonachtig is in [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland, die op 4 april 2024 is gegeven in de zaak C/05/433555 / FA RK 24-988. De officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland, als verweerder in cassatie, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.M. Coenraad was om het cassatieberoep te verwerpen. De advocaat van betrokkene heeft schriftelijk op deze conclusie gereageerd.

De Hoge Raad heeft de klachten van betrokkene over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst van deze beoordeling was dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft in zijn oordeel geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de beschikking van de rechtbank in stand blijft.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/02534
Datum28 maart 2025
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: G.E.M. Later,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT OOST-NEDERLAND,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/05/433555 / FA RK 24-988 van de rechtbank Gelderland van 4 april 2024.
Betrokkene heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.M. Coenraad strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van betrokkene heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren S.J. Schaafsma en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
28 maart 2025.