ECLI:NL:HR:2025:555

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 april 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
24/03465
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over ondertoezichtstelling en fair trial beginsel in jeugdrecht

In deze zaak hebben de ouders, die in cassatie zijn gegaan, een verzoek ingediend tegen de beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van de ouders niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De ouders waren in deze procedure vertegenwoordigd door advocaat Y.E.J. Geradts. De Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling De Jeugd- en Gezinbeschermers waren de verweerders in cassatie, maar hebben geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal F. Ibili was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geen motivering hoeven geven voor zijn oordeel, omdat de klachten niet relevant waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 11 april 2025, waarbij de vicepresident M.V. Polak als voorzitter fungeerde en de uitspraak openbaar werd gedaan door raadsheer A.E.B. ter Heide.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/03465
Datum11 april 2025
BESCHIKKING
In de zaak van
1. [de vader],
met onbekende woonplaats,
2. [de moeder],
met onbekende woonplaats,
VERZOEKERS tot cassatie,
hierna: de ouders,
advocaat: Y.E.J. Geradts,
tegen
1. DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,
gevestigd te Haarlem,
hierna: de raad,
2. DE GECERTIFICEERDE INSTELLING DE JEUGD- EN GEZINSBESCHERMERS,
gevestigd te Amsterdam,
hierna: de GI,
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak C/15/345633 / JU RK 23-1662 van de rechtbank Noord-Holland van 5 december 2023;
b. de beschikking in de zaken 200.338.450/01 en 200.338.450/02 van het gerechtshof Amsterdam van 11 juni 2024.
De ouders hebben tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De raad en de GI hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F. Ibili strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van de ouders heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
11 april 2025.