ECLI:NL:OGEAA:2016:150

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 maart 2016
Publicatiedatum
16 maart 2016
Zaaknummer
E.J. 118 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en de evolutie van een leerovereenkomst binnen Hyatt Aruba

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 8 maart 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verweerster] met de naamloze vennootschap Hyatt Aruba N.V. Het verzoek werd ingediend door Hyatt, vertegenwoordigd door mr. M.E.D. Brown, en was gericht op de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, zonder toekenning van een vergoeding, en met veroordeling van [verweerster] tot vergoeding van de proceskosten. De achtergrond van het verzoek is dat de functie van [verweerster] als Assistent Director of Food & Beverage is opgeheven in het kader van een reorganisatie, waarbij geen alternatieve functie beschikbaar was in Aruba.

De rechter heeft vastgesteld dat [verweerster] in 2008 in dienst is getreden in een trainingsfunctie, maar dat deze functie in de loop der jaren is geëvolueerd. De rechter oordeelde dat het niet redelijk is om van [verweerster] te verlangen dat zij haar carrière in het buitenland voortzet, gezien de omstandigheden en haar leeftijd. De rechter concludeerde dat Hyatt niet voldoende heeft aangetoond dat er geen andere geschikte functies beschikbaar waren voor [verweerster] en dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst daarom moest worden afgewezen.

De uitspraak houdt in dat Hyatt de proceskosten van [verweerster] moet vergoeden, die zijn begroot op Afl. 1.500. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Beschikking van 8 maart 2016
Behorend bij E.J. 118 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
HYATT ARUBA N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Hyatt,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
[verweerster],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [verweerster],
gemachtigde: de advocaat mr. A.M. Wever.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van Hyatt;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van [verweerster];
- de behandeling ter zitting van 11 februari 2016 en de daarvan gemaakte aantekeningen;
- het bericht van partijen van 25 februari 2016 dat zij in onderling overleg niet tot een regeling zijn gekomen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
[verweerster] is op [datum] 2008 in dienst getreden van Hyatt als Assistent Director of Food & Beverage”. Het betrof een “trainingspositie”.
2.2
Met ingang van 1 oktober 2015 is de functie van [verweerster] opgeheven. Dat heeft ermee te maken dat in Aruba, in verband met het overheidsbeleid met betrekking tot het aantrekken van buitenlandse werknemers, geen “trainingsposities” meer beschikbaar zijn.
2.3 [
[Verweerster] wenst haar carrière binnen Hyatt niet (meer) in een buitenlandse vestiging voort te zetten. Outplacement heeft geen nieuwe baan voor [verweerster] opgeleverd.
2.4 [
[Verweerster] is, met behoud van loon, inmiddels op non-actief gezet.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
Hyatt verzoekt het gerecht om de arbeidsovereenkomst met [verweerster] met onmiddellijke ingang te ontbinden op grond van gewichtige redenen, zonder toekenning van een vergoeding, met veroordeling van [verweerster] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Hyatt grondt het verzoek, samengevat, erop dat de functie van [verweerster] door reorganisatie is vervallen en voor [verweerster] in Aruba geen alternatieve functie voorhanden is.
3.3 [
[Verweerster] voert gemotiveerd verweer dat voor zover voor de beslissing van belang hieronder zal worden besproken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht onderkent dat [verweerster] in dienst is getreden in een trainingsfunctie die haar moest klaarstomen voor een managementfunctie binnen de wereldwijde keten van Hyatt hotels. In dat verband was het de bedoeling, dat [verweerster], om door te kunnen groeien naar Director of Food and Beverage in een kleiner hotel of naar Assistent Food and Beverage Director in een groter hotel dan Hyatt Aruba, in het buitenland haar training zou voortzetten. Kennelijk was dat ook altijd de wens van [verweerster].
4.2
De vraag die zich in deze zaak voordoet is of van [verweerster] na een ‘trainingsverband’ van ruim 7 jaar verlangd mag worden dat zij nu die stap naar het buitenland, althans naar een ander Hyatt hotel dan een hotel in Florida, Verenigde Staten, zet. En of bij gebreke daarvan de arbeidsovereenkomst wegens gewijzigde omstandigheden kan worden ontbonden.
4.3
Het gerecht beantwoordt die vraag negatief. Naar oordeel van het gerecht kan het niet anders zijn, dan dat de functie van [verweerster] in de loop van zoveel jaren is verworden van een opleidingsfunctie voor een toen circa 34-jarige werknemer in enige andere (vaste) functie voor een inmiddels circa 41-jarige werknemer. Zeker waar nergens uit blijkt dat [verweerster] (nog) niet goed functioneerde in haar opleidingsfunctie en daarom langer getraind moest worden dan de gebruikelijke 18-24 maanden, of buiten haar schuld al die tijd geen geschikte trainingsplekken elders beschikbaar waren, of andere trainees net zo lang in training waren voordat zij hun training binnen een ander Hyatt hotel voortzetten, kan niet langer worden volgehouden dat [verweerster] - kort gezegd – nog steeds dezelfde functie heeft als zij 7 jaar geleden aanvaardde. Daaraan doet niet af dat [verweerster] ter gelegenheid van voortgangs- of andere evaluatiegesprekken te kennen heeft gegeven dat zij een buitenlandse werkplek ambieerde of Hyatt aan [verweerster] meedeelde dat het tijd werd voor de volgende, buitenlandse, stap in haar carrière, waarbij het gerecht in aanmerking neemt dat [verweerster] wel wil gaan werken in Florida omdat (inmiddels) haar man dat ook ziet zitten en zij dan toch op relatief korte afstand van haar oudere moeder woont en die ook snel kan bereiken.
4.4
Door Hyatt is niet gemotiveerd toegelicht waarom voor [verweerster], aangenomen dat haar positie zoals die nu geëvolueerd is – en die dus geen zuivere traineepositie meer kan zijn – inderdaad verdwijnt, geen andere, zo nodig na omscholing, geschikte functie beschikbaar is en welke inventarisatie Hyatt in dat verband heeft gemaakt, met een onderzoek naar het antwoord op de vraag of, in plaats van [verweerster] een arbeidsovereenkomst met een andere werknemer met, bijvoorbeeld, minder dienstjaren of een beter perspectief op de arbeidsmarkt zou kunnen worden beëindigd.
4.5
Het verzoek zal worden afgewezen. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Hyatt de proceskosten van [verweerster] moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek af,
veroordeelt Hyatt in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [verweerster] worden begroot op Afl. 1.500, aan salaris van de gemachtigde,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 8 maart 2016 in aanwezigheid van de griffier.