ECLI:NL:OGEAA:2016:183

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 maart 2016
Publicatiedatum
29 maart 2016
Zaaknummer
E.J. 1865 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming tot kosteloos procederen en verzoek tot nietigverklaring van ontslag in arbeidsrechtelijke zaak

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, verzoekt de verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.B. Boyce, om kosteloos te mogen procederen en om nietigverklaring van zijn ontslag door de stichting FUNDACION LOTTO PA DEPORTE (FLPD), vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. Saade. De procedure is gestart na een eerdere beschikking van de Directeur van de Directie Arbeid en Onderzoek, die FLPD toestemming verleende om de arbeidsovereenkomst met de verzoeker te beëindigen. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het bezwaar had geen schorsende werking. De directeur verklaarde het bezwaar gegrond, maar gaf aan dat de vergunning niet kon worden ingetrokken omdat FLPD al gebruik had gemaakt van de ontslagvergunning.

Tijdens de zitting op 12 januari 2016 werd duidelijk dat partijen geen regeling konden treffen. De verzoeker stelt dat het ontslag onterecht is verleend, terwijl FLPD zich beroept op de verleende vergunning. De rechter oordeelt dat de opzegging rechtsgeldig is, ondanks het bezwaar van de verzoeker. De rechter wijst het verzoek van de verzoeker af en veroordeelt hem in de proceskosten van FLPD, die zijn begroot op Afl. 1.800. De beschikking is gegeven op 22 maart 2016 door mr. W.J. Noordhuizen en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Beschikking van 22 maart 2016
Behorend bij E.J. 1865 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[naam],
te Aruba,
verzoeker, hierna ook te noemen: Verzoeker,
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce,
tegen:
de stichting
FUNDACION LOTTO PA DEPORTE,
te Aruba,
hierna ook te noemen: FLPD,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A. Saade.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de behandeling ter zitting van 12 januari 2016 en de daarvan gemaakte aantekeningen.
Op de zitting van 9 februari 2016 hebben partijen meegedeeld dat zij geen regeling in der minne kunnen treffen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Bij beschikking van 1 oktober 2013 heeft de Directeur van de Directie Arbeid en Onderzoek (verder: de directeur) aan FLPD toestemming verleend om de arbeidsovereenkomst met Verzoeker te beëindiging. Van die toestemming heeft FLPD op 2 oktober 2013 gebruik gemaakt.
2.2
Bij beschikking van 3 februari 2014 heeft de directeur het tegen de beschikking van 1 oktober 2013 ingediende bezwaar zijdens Verzoeker gegrond verklaard.
2.3
Bij ‘aansluitende’ beschikking van 10 februari 2014 heeft de directeur Verzoeker erop gewezen, dat FLPD al gebruik had gemaakt van de ontslagvergunning en hij de beslissing van 2 oktober 2013 niet meer kon intrekken. De directeur adviseerde Verzoeker om, als hij toch stappen wilde nemen tegen zijn ontslag, een procedure op grond van kennelijk onredelijk ontslag als bedoeld in artikel 7A:1615s BW bij het gerecht aanhangig te maken.
2.4
Tegen de beschikking(en) is (zijn) geen beroep in gesteld.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Verzoeker verzoekt toelating kosteloos te procederen en nietigverklaring van het aan hem verleende ontslag, hem toe te staan het werk te hervatten, alles met doorbetaling van zijn loon, met wettelijke verhoging en wettelijke rente, met veroordeling van FLPD tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Verzoeker grondt het verzoek erop dat het ontslag is verleend terwijl de toestemming van de directeur discutabel is.
3.3
FLPD voert hiertegen verweer, met verzoek tot veroordeling van Verzoeker in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 4 lid 1 van de Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten is het de werkgever verboden om de arbeidsovereenkomst te beëindigen zonder toestemming van de directeur. Ingevolge artikel 7 lid 1 van deze landsverordening zijn handelingen in strijd met artikel 4 lid 1 nietig.
4.2
In de onderhavige zaak heeft FLPD gebruik gemaakt van de door de directeur verleende vergunning van 1 oktober 2013 door de arbeidsovereenkomst met Verzoeker bij brief van 2 oktober 2013 op te zeggen. Dat is een rechtsgeldige opzegging. Daaraan doet niet af dat Verzoeker terecht bezwaar heeft gemaakt tegen de door de directeur verleende vergunning. Dat bezwaar had geen schorsende werking. Voorgaande wordt niet anders waar het bezwaar van Verzoeker ertoe geleid heeft, dat de directeur op 3 februari 2014 het bezwaar gegrond heeft verklaard en op 10 februari2014 te kennen heeft gegeven, dat de vergunning niet werd ingetrokken omdat FLPD al van de vergunning gebruik had gemaakt.
4.3
Van een nietige opzegging van de arbeidsovereenkomst is dus geen sprake.
4.4
Verzoeker heeft zijn op kennelijk onredelijk ontslag gebaseerde procedure ingetrokken. Tot vergoeding of herstel van de dienstbetrekking op die grond kan het ook niet meer komen.
4.5
De vorderingen stuiten op het voorgaande af. Verzoeker zal, gezien de overgelegde Als de in het ongelijk te stellen partij zal Verzoeker worden veroordeeld de proceskosten van FLPD te vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verleent Verzoeker toestemming kosteloos te procederen;
wijst het verzoek af;
veroordeelt Verzoeker in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van FLPD worden begroot op Afl. 1.800, aan salaris van de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 22 maart 2016 in aanwezigheid van de griffier.