In deze rolbeschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 7 september 2016, wordt een verwijzing behandeld die door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba is gedaan. Het betreft een handelszaak waarin de gedaagde in hoger beroep is gegaan tegen een eerder vonnis van het Gerecht van 21 januari 2015. Het Hof heeft de zaak op basis van artikel 282 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) terugverwezen naar het Gerecht voor verdere behandeling. De termijn voor het instellen van beroep in cassatie is inmiddels verstreken, zonder dat partijen of een van hen een dergelijk beroep heeft ingesteld.
Het Gerecht heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten, waarbij partijen in persoon moeten verschijnen, eventueel vergezeld door hun gemachtigden. Tijdens deze comparitie wil het Gerecht onder andere bespreken of de verwijzing door het Hof met de partijen is besproken en wat hun belangen zijn met betrekking tot de verdere behandeling van de zaak. Het Gerecht wijst erop dat het niet verschijnen van een partij gevolgen kan hebben, ook in het nadeel van die partij.
De comparitie is gepland op donderdag 29 september 2016 om 10.00 uur, onder leiding van rechter A.H.M. van de Leur. Partijen dienen tijdig hun producties in te dienen en kunnen uitstel aanvragen indien zij verhinderd zijn om te verschijnen. De rolbeschikking benadrukt het belang van de procedurele stappen en de gevolgen van het niet naleven daarvan.