In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, hebben de eisers, die deelgenoten zijn in de nalatenschap van wijlen [naam], een verzoek ingediend om terug te komen op eerdere eindbeslissingen die zijn genomen in een tussenvonnis van 10 februari 2016. De eisers, vertegenwoordigd door mr. E.J.M. Lotter Homan, stelden dat zij slecht vertegenwoordigd waren en dat hun verweer onjuist en onvolledig was verwoord. Het gerecht heeft de eisers de gelegenheid gegeven om inhoudelijk te reageren op de nieuwe stellingen van de gedaagde, die ook een akte had ingediend na het tussenvonnis. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. G.W. Rep, had nieuwe argumenten aangedragen en verzocht om heroverweging van de eindbeslissingen.
Het gerecht heeft echter geoordeeld dat de nieuwe stellingen van de gedaagde te laat zijn ingediend en dat deze buiten beschouwing moeten worden gelaten. Het leerstuk van terugkomen op een bindende eindbeslissing is niet bedoeld om omissies van een partij te herstellen. De eindbeslissingen zijn genomen op basis van de stellingen en verweren van partijen, en er was geen grond voor heroverweging. Het gerecht heeft ook geoordeeld dat de argumenten van de gedaagde over de schenking van een woning niet tot een heroverweging van de eindbeslissing leiden, omdat de gedaagde onvoldoende verweer heeft gevoerd.
De zaak is verwezen naar de rol voor opgave van verhinderdata en getuigenbewijs. Het gerecht heeft de eisers toegestaan om getuigenbewijs te leveren van hun stelling dat de gedaagde gelden heeft geïncasseerd uit hoofde van lastgeving voor wijlen [naam]. De verdere beslissing is aangehouden, en de zaak zal op 16 mei 2018 opnieuw worden behandeld.