ECLI:NL:OGEAA:2020:296

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 juli 2020
Publicatiedatum
15 juli 2020
Zaaknummer
AUA202001295 KG
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verkoop van onroerende zaak in kort geding tussen erfgenamen

In deze zaak, die op 1 juli 2020 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderden eiseressen, erfgenamen van de overleden [naam erflaatster], een machtiging tot de verkoop van een onroerende zaak. De erfgenamen, bestaande uit [Eiseres 1] en [Eiseres 2], waren gezamenlijk eigenaar van een perceel grond in Oranjestad, dat nog niet was verdeeld. De onroerende zaak, die op 17 december 1992 was aangeschaft, had een executoriale waarde van Afl. 302.980,- en een vrije verkoopwaarde van Afl. 378.725,-. Eiseressen hadden een koopakte opgesteld met C.P.D. Caribbean Project Developers N.V. voor een bedrag van Afl. 575.000,-, maar gedaagden, waaronder [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2], verleenden geen medewerking aan de verkoop.

Tijdens de mondelinge behandeling op 18 juni 2020 werd vastgesteld dat gedaagde [Gedaagde 2] niet was verschenen. Het Gerecht oordeelde dat er gewichtige redenen waren om de verkoop te machtigen, gezien de langdurige leegstand van de onroerende zaak en het belang van de erfgenamen bij de verkoop. Het Gerecht verleende de eiseressen de machtiging om de onroerende zaak te verkopen aan C.P.D. en bepaalde dat het vonnis in de plaats zou treden van de medewerking van gedaagde [Gedaagde 2]. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 1 juli 2020
Behorend bij AUA202001295 KG
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:

1.[EISERES 1], wonende te Nederland,

2. [EISERES 2]wonende te Spanje,
EISERESSEN,
hierna onderscheidenlijk te noemen: [Eiseres 1] en [Eiseres 2],
hierna gezamenlijk ook te noemen: eiseressen,
gemachtigde: mr. D.M. Canwood,
tegen:
1.[GEDAAGDE 1], wonende te Aruba,
procederend in persoon,
2. [GEDAAGDE 2]wonende te Aruba, doch feitelijk verblijvende te Colombia,
niet verschenen,
GEDAAGDEN,
hierna onderscheidenlijk te noemen: [Gedaagde 1] en [Gedaagde 2],
hierna gezamenlijk ook te noemen: gedaagden.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de mondelinge behandeling op 18 juni 2020.
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis wordt gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eiseressen en gedaagden zijn gezamenlijk de erfgenamen van wijlen [naam erflaatster], die op 10 augustus 1996 in Aruba is overleden (hierna: de erflaatster).
2.2
De nalatenschap is tot op heden nog niet verdeeld. Tot de nalatenschap behoort een onverdeeld aandeel in het perceel eigendomsgrond, groot tweehonderd twee en zestig vierkante meter (262 m2), gelegen aan de [straatnaam] te Oranjestad, kadastraal bekend als [kadastrale aanduidingen], met het daarop gebouwde woonhuis, plaatselijk bekend als [adres] (hierna te noemen: de onroerende zaak).
2.3
De onroerende zaak is op 17 december 1992 door [eiseres 1], [gedaagde 1] en de erflaatster gekocht, waarbij zij ieder onverdeeld 1/3 aandeel hebben verkregen.
2.4
Blijkens het taxatierapport d.d. 5 april 2018 bedraagt de executoriale waarde van de onroerende zaak Afl. 302.980,- en de vrije verkoopwaarde Afl. 378.725,-.
2.5
Op 12 mei 2020 is er een koopakte opgesteld met betrekking tot de onroerende zaak, waarin de erfgenamen als verkopers zijn vermeld en C.P.D. Caribbean Project Developers N.V. als koper. De koopsom bedraagt Afl. 575.000,-.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseressen vorderen dat het Gerecht bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
- gedaagden veroordeelt tot het verlenen van medewerking aan de verkoop en levering van de onroerende zaak aan C.P.D. Caribbean Project Developers N.V. overeenkomstig de door eiseressen en C.P.D. Caribbean Project Developers N.V. getekende koopakte, met onmiddellijk ingang na betekening van het vonnis;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de tot levering van de onroerende zaak bestemde akte of deel daarvan, indien gedaagden weigerachtig blijven om hun medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de onroerende zaak;
- iedere andere beslissing neemt die het Gerecht in goede justitie passend acht;
- met veroordeling van gedaagden in de kosten van het geding, danwel toestemming te verlenen om de kosten van dit geding ten laste te doen toekomen van de opbrengst van de verkoop van de onroerende zaak.
3.2
Eiseressen leggen aan hun vordering ten grondslag dat zij voor de levering van de onroerende zaak aan C.P.D. Caribbean Project Developers N.V. (hierna: C.P.D.) de medewerking nodig hebben van gedaagden en dat zij die medewerking tot op heden, ondanks pogingen van eiseressen om deze te verkrijgen, niet hebben verkregen. Levering van de onroerende zaak aan koper is in het belang van de boedelgenoten.
3.3 [
Gedaagde 1] heeft geen bezwaar tegen de verkoop en levering van de onroerende zaak, maar voert verweer tegen de wijze van verdeling van de verkoopopbrengsten. Volgens [gedaagde 1] is het onjuist dat zijzelf, [eiseres 1] en de gezamenlijke erfgenamen ieder voor een derde deel tot de opbrengst gerechtigd zijn, zoals door eiseressen is gesteld. Erflaatster heeft destijds bij de aankoop van de onroerende zaak het grootste deel van de koopprijs voldaan en het was de bedoeling van [gedaagde 1], [eiseres 1] en erflaatster dat ze naar rato van ieders inbreng gerechtigd zouden zijn tot de opbrengst van de onroerende zaak bij de verkoop.
3.4
Het Gerecht zal hierna, waar nodig, nader op de standpunten van partijen ingaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
De niet ter zitting verschenen gedaagde sub 2 is behoorlijk opgeroepen, zodat tegen haar verstek wordt verleend.
4.2
De gemachtigde van eiseressen heeft ter zitting ter toelichting op het petitum aangevoerd dat de strekking van het petitum is dat de onroerende zaak door eiseressen kan worden verkocht en kan worden overgedragen aan C.P.D. zonder dat daarvoor nog de medewerking van gedaagden nodig is. De vordering tot verlening van medewerking aan de verkoop kan mede worden begrepen als een verzoek tot het verlenen van machtiging tot verkoop in de zin van artikel 3:174 lid 1 BW.
4.3
Het Gerecht is bevoegd om in kort geding op de voet van artikel 3:300 lid 2 BW te bepalen dat zijn uitspraak in de plaats zal treden van een (deel van een) akte als bedoeld in die bepaling. Dat heeft ook betrekking op het in artikel 3:174 lid 1 BW geregelde geval dat een machtiging wordt verleend tot het te gelde maken van een gemeenschappelijk goed (HR 21 juni 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4380). Dit dient een praktisch belang in gevallen met spoedeisende omstandigheden waarin aannemelijk is dat een machtiging op grond van artikel 3:174 BW zou zijn verleend indien daarom was verzocht. Daarvoor is nodig dat zich gewichtige redenen voordoen.
4.4
Naar het oordeel van het Gerecht, doen zich gewichtige redenen in vorenbedoelde zin voor. Daarbij wordt het volgende in aanmerking genomen. De onroerende zaak maakt sinds 1996 deel uit van de tussen de erfgenamen bestaande onverdeelde gemeenschap. De onroerende zaak staat al geruime tijd leeg en wordt niet verhuurd. In artikel 3:178 lid 1 BW is bepaald dat iedere deelgenoot te allen tijde verdeling van een gemeenschappelijk goed kan vorderen. Deelgenoten kunnen dus niet gedwongen worden om tegen hun zin een onverdeelde boedel in stand te houden. In onderhavige zaak zijn de deelgenoten het erover eens dat de onroerende zaak verkocht moet worden, maar hebben zij geen overeenstemming bereikt over de wijze van verdeling. Feit is dat de onroerende zaak thans in eigendom kan worden overgedragen aan een derde en dat op die wijze na de verkoop van de onroerende zaak tot een verdeling van de gemeenschap kan worden overgegaan. Op dit moment hebben twee van de vier erfgenamen, namelijk [eiseres 1] en [eiseres 2], ingestemd met de verkoop van de onroerende zaak aan C.P.D. voor een bedrag van Afl. 575.000,-. Ter zitting heeft [gedaagde 1] verklaard dat zij op zichzelf kan instemmen met deze verkoopprijs. Gelet op de vrije verkoopwaarde van Afl. 378.725 die in het taxatierapport van 5 april 2018 aan de onroerende zaak wordt toegekend is de met C.P.D. overeengekomen koopprijs, mede in het licht van de huidige woningmarkt te Aruba, alleszins aanvaardbaar. Niet is gebleken dat de onroerende zaak tegen een hogere prijs aan een ander kan worden verkocht. Eiseressen hebben er dus belang bij dat gedaagden hun medewerking verlenen aan de verkoop en de levering van de onroerende zaak. Dat er onenigheden bestaat over de wijze van verdeling van de opbrengst, maakt dit niet anders.
4.5
Het voorgaande leidt tot toewijzing van de vordering tot het verlenen van machtiging aan eiseressen tot het te gelde maken van de onroerende zaak, in die zin dat aan eiseressen toestemming zal worden verleend om de onroerende zaak te verkopen aan C.P.D. tegen een koopprijs van Afl. 575.000,- en onder de voorwaarden zoals opgenomen in de koopakte van 12 mei 2020 (productie 6 bij het verzoekschrift).
4.6
Behalve dat vervangende toestemming voor de verkoop is gevorderd, hebben eiseressen ook gevorderd dat dit vonnis in plaats van de handtekening van gedaagden in de leveringsakte treedt. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.7
Hoewel het de voorkeur heeft dat gedaagden zelf de noodzakelijke medewerking verlenen aan de levering van de onroerende zaak en dat zij daartoe een laatste keer in de gelegenheid worden gesteld (HR 3 april 1987, NJ 1988, 276), zoals ook door eiseressen is gevorderd, ziet het Gerecht in deze zaak aanleiding die mogelijkheid wel te bieden aan [gedaagde 1] maar niet aan [gedaagde 2]. Gebleken is dat niet waarschijnlijk is dat de niet verschenen gedaagde, [gedaagde 2], alsnog haar medewerking zal verlenen, ook niet indien zij daartoe veroordeeld wordt door het Gerecht. Dit mede gezien het feit dat [gedaagde 2] woonachtig is in Colombia en reizen vanuit dat land naar Aruba voor onbepaalde tijd niet mogelijk is vanwege de reisbeperkingen in verband met het coronavirus. Het bieden van de mogelijkheid om zelf alsnog medewerking te verlenen, zal opnieuw tot vertraging leiden. De vorderingen zullen om die reden hierna aldus worden toegewezen dat op grond van artikel 3:300 lid 2 BW zal worden bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de medewerking van [gedaagde 2] aan het opmaken van de akte tot levering van de onroerende zaak. [Gedaagde 1] zal wel eerst in de gelegenheid worden gesteld om haar medewerking te verlenen aan de levering van de onroerende zaak, bij gebreke waarvan dit vonnis op de voet van artikel 3:300 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in de plaats zal treden van de vereiste medewerking van [gedaagde 1]. De vordering zal als zodanig worden toegewezen.
4.8
Het Gerecht ziet wel aanleiding om te beslissen dat de verkoopopbrengst bij de notaris in depot dient te blijven, totdat partijen overeenstemming hebben bereikt over de verdeling hiervan.
4.9
De kosten van de procedure zullen worden gecompenseerd in dier voege dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit Gerecht, recht doende in kort geding:
5.1
machtigt eiseressen om, gedurende een periode van een jaar vanaf de datum van deze uitspraak, het perceel eigendomsgrond, groot tweehonderd twee en zestig vierkante meter (262 m2), gelegen aan de [straatnaam] te Oranjestad, kadastraal bekend als Land Aruba [kadastrale aanduidingen], met het daarop gebouwde woonhuis, plaatselijk bekend als [adres] voor een koopsom van Afl. 575.000,- te verkopen aan C.P.D. Caribbean Project Developers N.V. conform de door eiseressen en C.P.D. Caribbean Project Developers N.V. getekende koopakte van 12 mei 2020;
5.2
veroordeelt [gedaagde 1] om op een door de notaris te bepalen dag en tijdstip, met inachtneming van een oproepingstermijn van minimaal een week te verschijnen voor de notaris om mee te werken aan de overdracht van (haar aandeel in) het perceel eigendomsgrond, groot tweehonderd twee en zestig vierkante meter (262 m2), gelegen aan de [straatnaam] te Oranjestad, kadastraal bekend als Land Aruba [kadastrale aanduidingen], met het daarop gebouwde woonhuis, plaatselijk bekend als [adres] voor een koopsom van Afl. 575.000,- aan C.P.D. Caribbean Project Developers N.V. conform de bepalingen in de koopakte d.d. 12 mei 2020 en overigens conform de gebruikelijke voorwaarden en bedingen, en met de bepaling dat bij gebreke van medewerking aan de eigendomsoverdracht deze uitspraak in dat deel van de akte zal treden, zoals bedoeld in artikel 3:300 lid 2 Burgerlijk Wetboek van Aruba;
5.3
bepaalt dat deze uitspraak in de zin van artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats komt van de noodzakelijke medewerking van [gedaagde 2] aan de akte van levering strekkende tot de eigendomsoverdracht van het perceel eigendomsgrond, groot tweehonderd twee en zestig vierkante meter (262 m2), gelegen aan de [straatnaam] te Oranjestad, kadastraal bekend als Land Aruba [kadastrale aanduidingen], met het daarop gebouwde woonhuis, plaatselijk bekend als [adres] aan C.P.D. Caribbean Project Developers N.V. conform de bepalingen in de koopakte d.d. 12 mei 2020 en overigens conform de gebruikelijke voorwaarden en bedingen;
5.4
bepaalt dat de verkoopopbrengst bij de notaris [naam notaris] in Aruba in depot dient te blijven, totdat partijen overeenstemming hebben bereikt over de verdeling hiervan dan wel totdat daarover bij gerechtelijke uitspraak definitief is beslist;
5.5
compenseert de kosten van de procedure aldus dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
5.6
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven rechter in dit Gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 1 juli 2020 in aanwezigheid van de griffier.