In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao op 27 juni 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de partneralimentatie. De verzoekster, een vrouw die in Curaçao woont, heeft een verzoek ingediend om de partneralimentatie die haar ex-echtgenoot, die in Dubai woont, aan haar moet betalen, te verlengen tot aan haar pensioenleeftijd. De vrouw heeft aangevoerd dat zij niet in haar levensonderhoud kan voorzien met de huidige alimentatie van NAf 700,- per maand, en dat haar ex-echtgenoot in staat is om meer bij te dragen gezien zijn financiële situatie.
De man heeft als verweer aangevoerd dat de aanspraak op partneralimentatie is vervallen omdat de vrouw in 2015 en begin 2016 samenleefde als ware zij gehuwd. Hij stelt dat er geen ingrijpende wijziging van omstandigheden is die een wijziging van de alimentatie rechtvaardigt. De vrouw heeft tijdens het huwelijk gewerkt, en haar behoefte aan alimentatie is gedaald.
Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vrouw haar verzoek tijdig heeft ingediend, maar dat de omstandigheden die zij heeft aangevoerd niet voldoende bijzonder zijn om de termijn van twaalf jaar voor de alimentatieverplichting te verlengen. De rechter heeft geoordeeld dat de vrouw onvoldoende inspanningen heeft geleverd om financieel onafhankelijk te worden na de scheiding. Het verzoek tot verlenging van de alimentatietermijn is afgewezen, en de kosten van het geding zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.