ECLI:NL:OGEAC:2020:250

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
6 november 2020
Publicatiedatum
25 november 2020
Zaaknummer
BBZ nrs. CUR201903828 en CUR201903829
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake belastingaanslagen na tegemoetkoming door de inspecteur

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is het beroep van belanghebbende tegen de aanslagen in de inkomstenbelasting en premie AVBZ niet-ontvankelijk verklaard. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen die op 17 mei 2019 waren opgelegd, maar hangende de beroepsprocedure heeft de inspecteur de bezwaren van belanghebbende gegrond verklaard. Dit leidde tot een vermindering van het belastbaar inkomen en premie-inkomen, waardoor het beroep niet meer tot een gunstiger resultaat kon leiden.

De rechter heeft vastgesteld dat, gezien de tegemoetkoming van de inspecteur, het belang aan de beroepsprocedure is komen te ontvallen. De uitspraak van 6 november 2020 concludeert dat er geen belang meer is bij een uitspraak op het beroep, en daarom dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard. De inspecteur is opgedragen het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mr. D.J. Jansen en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc. De partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen twee maanden hoger beroep in te stellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

Uitspraak

Uitspraak van 6 november 2020
BBZ nrs. CUR201903828 en CUR201903829
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening op het beroep in belastingzaken van:
[Belanghebbende],wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn op 17 mei 2019 voor het jaar 2017 aanslagen in de inkomstenbelasting en premie AVBZ opgelegd naar een belastbaar inkomen van NAf 33.448 en een premie- inkomen van NAf 33.423.
1.2
Belanghebbende heeft op 27 juni 2019 bezwaar tegen de aanslagen gemaakt.
1.3
De Inspecteur heeft op 16 augustus 2019 de bezwaren afgewezen.
1.4
Belanghebbende heeft op 15 oktober 2019 beroep ingesteld. Daarvoor is een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.5
De Inspecteur heeft op 1 oktober 2020 een verweerschrift ingediend.
1.6
De zitting heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2020 te Willemstad. Belanghebbende heeft kort voor de aanvang van de zitting om uitstel verzocht. Het Gerecht heeft het verzoek afgewezen. Namens de Inspecteur is verschenen [A]. De rechter en de griffier waren aanwezig op het Gerecht in Aruba en hadden een videoverbinding met het Gerecht in Curaçao.

2.BEOORDELING VAN HET BEROEP

2.1
Hangende deze beroepsprocedure is tegemoetgekomen aan de bezwaren van belanghebbende. Aan belanghebbende is aftrek van verwervingskosten van NAf 500 toegekend. De Inspecteur heeft het belastbaar inkomsten vastgesteld op NAf 32.948 (NAf. 33.448 -/- NAf 500). Het premie-inkomen is vastgesteld op NAf 32.923 (NAf 33.423 -/- NAf 500). Van de vermindering is door de Inspecteur een schermprint overgelegd. Dit brengt mee dat dit beroep niet meer tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat kan leiden.
2.2
Daarmee komt het belang aan deze beroepsprocedure te ontvallen (vgl. HR 8 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU4755; HR 3 december 2010, ECLI:NL: HR:2010:BO5988; HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:43). Nu belanghebbende geen belang meer heeft bij een uitspraak op het beroep, dient dit beroep blijkens voornoemde jurisprudentie niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.3
Nu de Inspecteur geheel aan de bezwaren van belanghebbende tegemoet is gekomen, dient als hoofdregel de Inspecteur de proceskosten en het griffierecht te vergoeden (vgl. HR 10 augustus 2012, ECLI:NL:HR:2012: BX4045). Van proceskosten is niet gebleken.

3.BESLISSING

Het Gerecht:
  • verklaart het beroep niet- ontvankelijk;
  • draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. D.J. Jansen, rechter in dit gerecht, en is uitgesproken op 6 november 2020 in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
HOGER BEROEP
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (belastingkamer)
Emancipatie Boulevard Dominico “Don” Martina 18
Willemstad
Curaçao
U wordt verzocht bij het indienen van het beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waartegen u in beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende beroepschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het instellen van hoger beroep is het volgende bedrag aan griffierecht verschuldigd:
-natuurlijke personen: NAf. 200
-personenvennootschappen en rechtspersonen: NAf. 500