Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
2021
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTEN
6.DE BESLISSING
.
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 17 april 2025 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, een vennootschap gevestigd te Curaçao, in beroep ging tegen de verzuimboetes opgelegd door de Inspecteur der Belastingen. De verzuimboetes betroffen een naheffingsaanslag winstbelasting over de jaren 2021 en 2022, waarbij de Inspecteur een boete van NAf 250 voor 2021 en NAf 500 voor 2022 had opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de definitieve aangiften. Belanghebbende had verzocht om uitstel voor het indienen van deze aangiften, maar het Gerecht oordeelde dat belanghebbende er niet vanuit mocht gaan dat deze verzoeken om uitstel waren gehonoreerd, omdat de Inspecteur niet had gereageerd. Het Gerecht concludeerde dat belanghebbende niet tijdig aan haar aangifteverplichting had voldaan, waardoor de verzuimboetes terecht waren opgelegd. De uitspraak benadrukte dat de Inspecteur de wettelijke bepalingen correct had toegepast en dat er geen sprake was van afwezigheid van alle schuld (AVAS) aan de zijde van belanghebbende. De beroepen van belanghebbende werden ongegrond verklaard, en het Gerecht zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. P.A.M. Pijnenburg, in aanwezigheid van griffier mr. L.M. de Leeuw van Weenen.