Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“discount"omdat zij haar goede wil liet zien. In deze brief is geen koppeling te zien tussen het niet tijdig betalen door gedaagde en de $ 250.000 die in dat geval verschuldigd zou zijn. Evenmin heeft eiseres aangedrongen op vastlegging van deze “oneigenlijke boete” in de zin van artikel 6:91 BW. Dat lag wel in de lijn der verwachting als eiseres tijdige betaling van het schikkingsbedrag zo belangrijk had gevonden. Onder deze omstandigheden moet het Gerecht het ervoor houden dat geen sprake is van een contractuele voorwaarde, maar van een korting op het schikkingsbedrag, ongeacht de omstandigheid of gedaagde dit tijdig zou betalen of niet. Door eiseres wordt aangevoerd dat haar directeur en (onder andere) de voormalig Minister van Financiën als getuigen zouden kunnen worden gehoord. Het Gerecht gaat aan dit bewijsaanbod echter voorbij. Duidelijk is namelijk dat in de brief van eiseres van 1 februari 2013, zoals gezegd, niet de verbinding tussen tijdige betaling en de $ 250.000 wordt gelegd. Gelet op deze omstandigheid had van eiseres mogen worden verwacht dat zij uitlegt hoe het kan dat in die brief de link niet wordt gelegd en wat de getuigen over het hoe en waarom daarvan mogelijk zouden kunnen verklaren. Zij doet dit niet (en het blijkt ook niet uit de onderhandse schriftelijke verklaring van de voormalig Minister), dan wel onvoldoende, zodat zij niet heeft voldaan aan haar stelplicht en dus het Gerecht niet kan toekomen aan een bewijsopdracht. De vordering onder a van eiseres wordt dus afgewezen.
“collection premium”.