ECLI:NL:OGHACMB:2020:211
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep kort geding
- E.M. van der Bunt
- F.W.J. Meijer
- Th.G. Lautenbach
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over afgifte van camerabeelden na strafvorderlijke huiszoeking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [Appellant], wonende in Canada, tegen de naamloze vennootschap E-COMMERCE PARK N.V. (ECP), gevestigd in Curaçao. [Appellant] is in de Verenigde Staten aangemerkt als verdachte en in het kader van een rechtshulpverzoek zijn er opsporingshandelingen verricht in Curaçao, waarbij op 28 mei 2019 vier servers in beslag zijn genomen tijdens een huiszoeking in het pand van ECP. [Appellant] vorderde in kort geding dat het Gerecht ECP zou bevelen tot afgifte van videobeelden die tijdens deze huiszoeking zijn gemaakt, maar het Gerecht heeft deze vordering afgewezen.
In hoger beroep heeft [Appellant] één grief aangevoerd en verzocht om vernietiging van het vonnis en toewijzing van zijn vorderingen. ECP heeft de grief bestreden en verzocht om bevestiging van het bestreden vonnis. Het Hof heeft vastgesteld dat ECP geen wettelijke verplichting heeft om de videobeelden aan [Appellant] af te geven, aangezien hij geen contractspartij is en er geen rechtsbetrekking bestaat die een dergelijke afgifte rechtvaardigt.
Het Hof heeft verder overwogen dat de strafvorderlijke procedure voldoende waarborgen biedt voor [Appellant] om zijn belangen te beschermen en dat de vordering op basis van artikel 843a Rv niet toewijsbaar is. Het Hof heeft het bestreden vonnis bevestigd en [Appellant] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 15 september 2020 door de rechters van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.