ECLI:NL:OGHACMB:2020:258
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- F.W.J. Meijer
- E.M. van der Bunt
- Th.G. Lautenbach
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over geldvordering in kort geding met tegenvordering en restitutierisico
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de naamloze vennootschap Miles Trucking & Heavy Equipment N.V. (hierna: Miles) tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao. Miles is in hoger beroep gekomen van een vonnis waarin het Gerecht een vordering van de besloten vennootschap G.E.B. Construction B.V. (hierna: GEB) heeft toegewezen tot een bedrag van NAf 112.080,91. GEB vorderde in kort geding betaling van NAf 204.479,88, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en proceskosten. Miles heeft in hoger beroep grieven aangevoerd en verzocht het vonnis te vernietigen en de vorderingen van GEB af te wijzen.
De procedure begon met een akte van appel op 31 maart 2020, gevolgd door een memorie van grieven van Miles op 21 april 2020. GEB heeft hierop gereageerd met een memorie van antwoord en een incidenteel appel. De zaak is op 15 september 2020 mondeling bepleit. De kern van het geschil betreft de vraag of GEB recht heeft op de gevorderde bedragen en in hoeverre Miles kan verweren met tegenvorderingen en verrekeningen.
Het Hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is voor de tegenvordering van Miles en dat de vordering van GEB in kort geding niet toewijsbaar is. Het Hof vernietigt het bestreden vonnis en wijst de vordering van GEB af, waarbij GEB wordt veroordeeld in de kosten van de procedure. De uitspraak is gedaan op 17 november 2020.