Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
3.Beslissing
in Curaçaovan twee weken of langer verblijven de minderjarigen om de week het weekend bij de moeder;
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de moeder tegen een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waarin een omgangsregeling is vastgesteld voor de minderjarigen, [dochter 1] en [dochter 2]. De moeder heeft op 6 juli 2020 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 28 mei 2020, waarin de omgangsregeling is bepaald. De vader heeft gereageerd met een verweerschrift en heeft verzocht om bevestiging van de beschikking. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 september 2020 heeft de vader via videoconferentie deelgenomen, terwijl de moeder niet aanwezig was. De gemachtigden van beide partijen waren wel aanwezig en hebben de standpunten toegelicht.
Het geschil in hoger beroep betreft de omgangsregeling tussen de minderjarigen en de vader. De moeder is van mening dat de huidige regeling onvoldoende rekening houdt met haar belangen en die van de kinderen, vooral met betrekking tot de schoolvakanties. De vader, die militair is, heeft aangegeven dat hij niet in staat is om flexibel om te gaan met de omgangsregeling vanwege zijn werkverplichtingen. Het Hof heeft overwogen dat het niet nodig is om de minderjarigen te horen, omdat de verschillen in opvatting tussen de ouders niet groot zijn.
Na afweging van de belangen van beide ouders en de minderjarigen heeft het Hof een nieuwe omgangsregeling vastgesteld. De minderjarigen zullen vier à vijf perioden per jaar bij de vader verblijven, met specifieke afspraken over de vakanties en de communicatie tussen de ouders. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat ieder van partijen de eigen kosten draagt. De beschikking van het Gerecht is gedeeltelijk vernietigd en de nieuwe regeling is vastgesteld.