Uitspraak
KIWI HOLDINGS N.V.,
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 13 april 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [Appellante] en KIWI HOLDINGS N.V. De zaak betreft een geschil over de nakoming van een geldleningsovereenkomst. [Appellante] heeft gesteld dat zij een lening heeft verstrekt aan KIWI, waarvoor zij een hypotheek heeft genomen op het huis van haar ouders. Het Hof heeft eerder, bij tussenvonnis van 9 juni 2020, [Appellante] toegelaten te bewijzen dat er een overeenkomst van geldlening tot stand is gekomen. Tijdens het getuigenverhoor op 28 augustus 2020 zijn vier getuigen gehoord, waaronder [Appellante] zelf en de heer E.I. Maduro, die als gemachtigde van [Appellante] optrad.
Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verklaringen van de getuigen, met name die van [Appellante], Maduro en [Naam 2], consistent zijn en ondersteunen dat er een geldlening is verstrekt aan KIWI. De verklaring van [directeur] van KIWI, die stelde dat het om een zakelijke investering ging en dat [Appellante] aandelen in KIWI had, werd door het Hof als minder geloofwaardig beoordeeld. Het Hof concludeerde dat [Appellante] geslaagd was in haar bewijslevering en dat KIWI gehouden was tot terugbetaling van de geleende bedragen.
Het Hof heeft het bestreden vonnis vernietigd en KIWI veroordeeld tot betaling van Afl. 168.428,62 en Afl. 22.443,66, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is KIWI in de proceskosten veroordeeld, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.