3.1Het Hof gaat uit van de volgende feiten.
3.1.1De man was tijdens zijn werkzame leven tandarts van beroep. Hij was bestuurder van [Praktijk] N.V. (hierna: de praktijk).
3.1.2Lang geleden heeft de man gekocht: een recht van erfpacht op een perceel met opstal aan de [adres] in Aruba (hierna: de woning). Op 14 december 1978 heeft hij de woning geleverd gekregen.
3.1.3In de jaren tachtig hebben de man en de vrouw elkaar leren kennen. Beide partijen waren toen met een ander getrouwd. De man had drie kinderen, de vrouw één. Op enig moment zijn de man en de vrouw met elkaar gaan samenwonen in de woning. Zij hebben daar jarenlang een gezamenlijke huishouding gevoerd. Zij hebben twee kinderen gekregen. In 1989 is de vrouw gescheiden van haar eerdere echtgenoot. In 1992 is de scheiding van tafel en bed tussen de man en zijn eerdere echtgenote uitgesproken en is de man een echtscheidingsconvenant overeengekomen met zijn eerdere echtgenote. In 2002 is hij van haar gescheiden.
3.1.4In een taxatierapport van [taxateur] (hierna: [taxateur]) van 3 februari 2003 (op sommige pagina’s gedateerd als 3 februari 2002) wordt de marktwaarde van de woning getaxeerd op Afl. 500.000. Vermeld wordt dat er werkzaamheden verricht moeten worden tegen geschatte kosten van Afl. 778.000, waarna de marktwaarde van de woning Afl. 1.200.000 zal zijn.
3.1.5Op 14 april 2003 heeft de man aannemingsbedrijf [aannemer 1] opgedragen de woning uit te breiden en te renoveren voor een aanneemsom van Afl. 445.519. Overeengekomen werd dat de werkzaamheden uiterlijk op 28 april 2003 zouden aanvangen en na tien weken zouden zijn voltooid.
3.1.6Bij hypotheekakte van 12 mei 2003 is ten laste van de man en ten behoeve van Caribbean Mercantile Credit Company N.V. (hierna: CMCC) een eerste hypotheek op de woning gevestigd in verband met een door CMCC aan de man verstrekte lening van Afl. 450.000.
3.1.7Bij factuur van 22 april 2003 heeft [aannemer 1] Afl. 44.552 bij de man in rekening gebracht. Op 2 mei 2003 is dit bedrag afgeschreven van een rekeningnummer op naam van de vrouw bij Arubabank. Op 19 mei 2003 is dit bedrag (met aftrek van bankkosten) op dit rekeningnummer bijgeschreven ten laste van een bankrekening van de man. Volgens een door de man in het geding gebracht overzicht heeft CMCC in de periode 13 mei 2003-22 juli 2003 zeven betalingen aan [aannemer 1] gedaan (Afl. 174.718 in totaal). Volgens dat overzicht heeft [aannemer 1] op 18 juli 2003 en 19 augustus 2003 bedragen aan CMCC terugbetaald (Afl. 30.796 in totaal). In de kolom
Creditstaat op de laatste regel het bedrag Afl. 239.986.
3.1.8Op 20 oktober 2003 heeft de man de werkzaamheden van [aannemer 1] stopgezet. De man heeft aannemingsbedrijf [aannemer 2] opgedragen het werk af te maken. [aannemer 2] heeft werkzaamheden aan de woning uitgevoerd vanaf december 2003. Volgens een door de man in het geding gebracht overzicht zijn er in de periode 9 december 2003-14 januari 2005 boekingen gedaan van betalingen aan (onder meer) [aannemer 2]. In de kolom
Creditstaat op de laatste regel het bedrag Afl. 532.791.
3.1.9Volgens een door de vrouw overgelegd overzicht heeft de vrouw in de periode 25 november 2002-14 april 2004 in totaal Afl. 334.582 uitgegeven ten behoeve van de woning.
3.1.10Blijkens overgelegde bankafschriften is in de periode oktober 2003 tot en met augustus 2004 herhaaldelijk aan het eind van de maand Afl. 5.185 afgeschreven van bankrekening [bankrekeningnummer 1] ten name van de man onder vermelding van CMCC.
3.1.11Bij leveringsakte van 25 mei 2004 heeft de man de woning overgedragen aan de vrouw. De leveringsakte vermeldt, verkort weergegeven, onder meer het volgende. De levering geschiedt ten titel van koop (p. 1). De koopsom bedraagt Afl. 450.000. Dit bedrag is verrekend (p. 2). De woning is bezwaard met een hypotheek tot Afl. 450.000 ten behoeve van CMCC (art. 2).
3.1.12Bij akte van eveneens 25 mei 2004 (voordat partijen trouwden) zijn partijen huwelijkse voorwaarden overeengekomen. Hierin staat, verkort weergegeven, onder meer het volgende. Er bestaat geen gemeenschap van goederen tussen partijen (art. 1). Ieder behoudt de bij het huwelijk aangebrachte eigendommen (art. 2). De kosten van huishouding als nader gedefinieerd komen naar evenredigheid van het inkomen voor rekening van beide echtgenoten, zonder recht op vergoeding indien zij meer bijdragen (art. 7-9). De huwelijkse voorwaarden bevatten geen periodiek of finaal verrekenbeding.
3.1.13De man heeft een schaderapport laten opstellen in verband met de werkzaamheden van [aannemer 1]. Op 12 juni 2004 heeft [schade-expert] gerapporteerd dat [aannemer 1] en de architect hun taken in verband met de verbouwing van de woning niet naar behoren hebben uitgevoerd en dat het redelijk is dat [aannemer 1] en de architect worden gesommeerd Afl. 510.000 aan schadevergoeding te betalen.
3.1.14In een (echt of vervalst) taxatierapport van [taxateur] van 1 augustus 2004 wordt de marktwaarde van de woning getaxeerd op Afl. 700.000. Vermeld wordt dat er werkzaamheden verricht moeten worden tegen geschatte kosten van Afl. 465.000, waarna de marktwaarde van de woning Afl. 1.200.000 zal zijn. Een andere versie van dit taxatierapport vermeldt een marktwaarde (zonder werkzaamheden) van Afl. 850.000 in plaats van Afl. 700.000 en een marktwaarde na werkzaamheden van Afl. 1.400.000 in plaats van Afl. 1.200.000.
3.1.15Op 31 augustus 2004 vertoonde bankrekening [bankrekeningnummer 1] op naam van de man bij Caribbean Mercantile Bank N.V. (hierna: CMB) een stand van Afl. 204.501 negatief.
3.1.16Blijkens overgelegde bankafschriften is in de periode oktober 2004 tot en met maart 2006 regelmatig aan het eind van de maand Afl. 6.000 afgeschreven van bankrekening [bankrekeningnummer 1] ten name van de man onder vermelding van
payment on loan. Daarnaast werden er rentebedragen van ongeveer Afl. 5.000 per maand afgeschreven.
3.1.17Bij brief van 21 september 2004 heeft Caribbean Mercantile Bank N.V. (hierna: CMB) kredietfaciliteiten aangeboden aan de praktijk, de man en de vrouw (het aanbod is aanvaard). De kredietfaciliteiten zijn als volgt omschreven:
1. een operating account tot Afl. 40.000 voor de praktijk;
2. een operation account tot Afl. 10.000 voor de man;
3. een non-revolving facility van Afl. 100.000 voor de man en de vrouw;
4. een non-revolving facility van Afl. 700.000 voor de man en de vrouw.
Faciliteit 3 is daarbij als volgt omschreven:
(…) to assist you with the financing for the completion of the construction on [de woning]. (…)
Faciliteit 4 is als volgt omschreven:
(…) to assist you with the financing for the completion of the construction on [de woning], to pay off the overdraft of Awg. 145,000.- on your personal account at the Bank and to pay off your mortgage loan at [CMCC]. (…)
3.1.18Bij akte van 18 oktober 2004 heeft de vrouw als onderzetster, in verband met de door CMB verstrekte kredietfaciliteiten, een eerste hypotheek en pand ten behoeve van CMB gevestigd tot Afl. 850.000, met rente en kosten.
3.1.19Op 25 oktober 2004 heeft CMB Afl. 426.782 op een bankrekening van een notariskantoor gecrediteerd ter aflossing van de door CMCC aan de man verstrekte lening. Op dezelfde datum heeft CMB Afl. 100.000 en Afl. 145.000 op bankrekening [bankrekeningnummer 1] gecrediteerd als
drawdown on non-revolving loan. Op 9 november 2004 heeft CMB Afl. 64.000 op dezelfde bankrekening gecrediteerd, eveneens als
drawdown on non-revolving loan. Op 1 december 2004 heeft CMB Afl. 64.218 op die bankrekening gecrediteerd met de omschrijving
final disbursement dwelling is being lived-in already. Het totaal van deze crediteringen is Afl. 800.000. Op een bewijs van de creditering van 1 december 2004 staat dat bankrekening [bankrekeningnummer 1] op naam van zowel de man als de vrouw staat. Op de bewijzen van de andere crediteringen staat dat de bankrekening alleen op naam van de man staat. In een e-mail van 28 april 2015 van een medewerkster van CMB aan de advocaat van de vrouw staat dat de bankrekening niet op naam van de vrouw staat.
Blijkens een bankafschrift van CMB-bankrekening [bankrekeningnummer 1] op naam van de man veranderde het saldo door de crediteringen van 25 oktober 2004 van Afl. 275.963 negatief in Afl. 30.963 negatief.
3.1.20Op 5 mei 2005 zijn de man en de vrouw met elkaar getrouwd.
3.1.21Bij verzoekschrift van 8 juni 2005 heeft de man [aannemer 1] en een architectenbureau in rechte betrokken en schadevergoeding gevorderd.
3.1.22In een taxatierapport van [taxateur] van 14 maart 2006 wordt de marktwaarde van de woning getaxeerd op Afl. 1.250.000. Vermeld wordt dat er nog werkzaamheden verricht moeten worden, waaronder het voltooien van een palapa (open ruimte met dak van palmbladeren) tegen geschatte kosten van Afl. 115.000, waarna de marktwaarde van de woning Afl. 1.400.000 zal zijn.
3.1.23Blijkens door de man overgelegde bankafschriften is in de periode april 2006 tot en met november 2007 maandelijks Afl. 10.865 afgeschreven van CMB-bankrekening [bankrekeningnummer 1] op naam van de man voor
payment on loanof
loan payment(in totaal negentien betalingen).
3.1.24Bij brief van 28 november 2007 heeft CMB een herstructurering van de kredietfaciliteiten van de praktijk, de man en de vrouw aangeboden (het aanbod is aanvaard). De nieuwe structuur omvat de volgende drie kredietfaciliteiten:
1. een reeds bestaande non-revolving facility van Afl. 584.285;
2. een nieuwe non-revolving facility van Afl. 162.591; en
3. een limit reduction tot Afl. 20.000 op een reeds bestaande operating facility.
Faciliteit 1 is daarbij als volgt omschreven:
(…) an existing non-revolving facility originally granted to assist you with the financing for the completion of the construction of [de woning] and to pay off the overdraft of Awg. 145,000.= on your personal account at the Bank and your mortgage loan at our retail loans division. (…)
Faciliteit 2 is als volgt omschreven:
(…) a new non-revolving facility to assist with the financing for the restructuring of the outstanding balances of the current account number (…) i.n.o. [de man] and [de vrouw] and the current account number (…) i.n.o. [de praktijk]. (…)
Faciliteit 3 is als volgt omschreven:
(…) a limit-reduction of the existing operating facility to assist with the financing of the practice’s receivables. (…)
3.1.25Op [datum] 2008 heeft de man de leeftijd van zestig jaar bereikt. Sindsdien stort de Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB) maandelijks een bedrag aan oudersdomspensioen (aanvankelijk Afl. 1.547 per maand, vanaf 1 januari 2013 Afl. 1.647 per maand) op een door de man opgegeven bankrekening.
3.1.26In augustus 2008 is de vrouw in dienst getreden van de praktijk. Haar maandsalaris van Afl. 3.478 werd per cheque betaald en vervolgens gestort op een bankrekening 900.501.44 bij Arubabank op haar naam. Voordat de vrouw in dienst van de praktijk trad, had zij een boetiek.
3.1.27Bij vonnis van 11 februari 2009 heeft het Gerecht de vorderingen van de man tegen [aannemer 1] slechts zeer gedeeltelijk toegewezen, namelijk tot een bedrag van Afl. 21.875 in hoofdsom (de kosten van huur van een vervangende woning gedurende vijf maanden na de overeengekomen opleveringsdatum).
3.1.28Bij brief van 15 juli 2010 heeft CMB aan de praktijk, de man en de vrouw aangeboden om de bestaande kredietfaciliteiten te behouden en een nieuwe kredietfaciliteit ter beschikking te stellen, onder voorwaarden als in de brief omschreven (het aanbod is aanvaard). De brief noemt de volgende vier kredietfaciliteiten:
1A. een reeds bestaande non-revolving facility van Afl. 468.332;
1B. een reeds bestaande non-revolving facility van Afl. 86.082;
2A. een reeds bestaande operating facility van Afl. 20.000;
2B. een nieuwe bank guarantee van Afl. 145.828 in verband met een overeenkomst van erfpacht tussen de praktijk en het Land Aruba.
3.1.29In 2011 is de praktijk een hypothecaire lening van Afl. 2.000.000 aangegaan en heeft de man aannemingsbedrijf [aannemer 3] opgedragen een kantoorgebouw ten behoeve van de praktijk te bouwen voor een aanneemsom van Afl. 813.411.
3.1.30In 2013 is de relatie tussen de man de vrouw verbroken. In september of oktober 2013 is de vrouw uit de woning vertrokken en gaan wonen bij haar nieuwe partner.
3.1.31Bij chatbericht van 9 december 2013 heeft de man medewerking van de vrouw verlangd om de woning aan hem over te dragen. De vrouw heeft die medewerking geweigerd.
3.1.32Op 29 december 2013 heeft de vrouw aangifte gedaan van verkrachting door de man, gepleegd op 28 december 2013. Bij strafvonnis van 6 maart 2015 heeft het Gerecht de man wegens verkrachting veroordeeld tot gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Tegen het strafvonnis is geen hoger beroep ingesteld. De man heeft het onvoorwaardelijk deel van de hem opgelegde gevangenisstraf uitgezeten.
3.1.33In januari 2014 is de man uit de woning vertrokken en is hij gaan wonen bij zijn moeder. Daarna stond de woning gedurende enige tijd leeg.
3.1.34Bij verzoekschrift van 27 februari 2014 heeft de man echtscheiding verzocht.
Op 4 april 2014 heeft de vrouw voorlopige voorzieningen in de echtscheidingsprocedure verzocht. De man heeft hiertegen een draagkrachtverweer gevoerd, waarbij hij hypothecaire lasten van Afl. 7.402 per maand als kostenpost heeft opgegeven. Bij beschikking van 5 mei 2014 (EJ 770/2014) heeft het Gerecht voorlopige partneralimentatie van Afl. 750 per maand aan de vrouw toegewezen en de overige verzoeken van de vrouw afgewezen. Bij beschikking van 2 juni 2014 heeft het Gerecht de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Deze beschikking is ingeschreven in de registers.
3.1.35De maandlasten van de hypothecaire lening van de CMB zijn betaald tot en met hetzij februari 2014, hetzij april 2014. Daarna zijn de maandlasten (gedurende enige tijd) onbetaald gebleven. Een bericht van CMB van 9 april 2014 aan de toenmalige echtscheidingsadvocaat van de vrouw vermeldt onder meer:
Loan No. 500184105
(…)
Outstanding Balance Awg. 271,827.80
(…)
Payment Past Due Awg. 7,402.00
Insurance Policy - Fire Coverage [adres] 40 - Premium period coverage
until April 9, 2014
Een bericht van CMB van 13 juni 2014 aan de toenmalige echtscheidingsadvocaat van de vrouw vermeldt onder meer:
Loan No. 500184105
(…)
Outstanding Balance Awg. 281,706.26
Payment Past Due Awg. 22,206.00 (3 months)
3.1.36In het tweede kwartaal van 2014 was de woning bij Fatum verzekerd onder een polis Perfect Woonhuis tegen een verzekerd bedrag van Afl. 1.694.202.
3.1.37Bij verzoekschrift van 4 juli 2014 heeft de vrouw verzocht om wijziging van de beschikking van 5 mei 2014 (de voorlopige partneralimentatie). Bij beschikking van 8 augustus 2014 (EJ 1577/2014) heeft het Gerecht dat verzoek afgewezen.
3.1.38Bij verzoekschrift van 16 juni 2014 heeft de vrouw in kort geding tegen de man, verkort weergegeven, gevorderd: betaling van de achterstand in de aflossing van de hypothecaire lening, nakoming van de verbintenis om die aflossingen voort te zetten ingevolge de huwelijkse voorwaarden en opheffing van het ten laste van de vrouw gelegde beslag. Bij vonnis in kort geding van 2 juli 2014 heeft het Gerecht de vorderingen afgewezen. Bij vonnis van 18 augustus 2015 (registratienummer H 120/15) heeft het Hof het vonnis van het Gerecht bevestigd.
3.1.39Op 20 juni 2014 heeft de man ten laste van de vrouw conservatoir beslag op de woning doen leggen.
3.1.40Bij verzoekschrift van 2 juli 2014 heeft de vrouw verzoeken ingediend op grond van haar stelling dat zij op 31 januari 2014 is ontslagen als werkneemster van de praktijk en dat dit ontslag onregelmatig en kennelijk onredelijk is. Na tussenbeschikkingen van 29 september 2015 en 23 februari 2016 heeft het Gerecht bij beschikking van 14 juni 2016 (EJ 1261/14) de verzoeken van de vrouw afgewezen.
3.1.41Bij beslagrekesten van 16 en 23 oktober 2014 heeft de vrouw verzocht om verlof om beslagen te doen leggen ten laste van de man. Bij beschikkingen van 20 en 24 oktober 2014 heeft het Gerecht deze verzoeken afgewezen. Bij beschikking van 25 november 2014 (registratienummers HAR 2014/55-57) heeft het Hof de beschikkingen van het Gerecht bevestigd.
3.1.42Bij leveringsakte van 12 januari 2015 heeft de praktijk onroerend goed geleverd aan een derde. De leveringsakte vermeldt dat een verkoopprijs van Afl. 1.950.000 is verrekend met een schuld uit geldlening.
3.1.43Op 9 maart 2015 heeft de man bij het handelsregister doen inschrijven dat de praktijk op 15 september 2014 is opgeheven.
3.1.44Bij e-mail van 9 april 2015 aan de advocaat van de vrouw heeft CMB bericht dat er aanzienlijke achterstanden zijn met de betalingsverplichtingen uit de lening en gedreigd met openbare verkoop van de woning. CMB heeft daaraan geen uitvoering gegeven.
3.1.45Bij beschikking van 22 augustus 2016 (EJ 445/2014) heeft het Gerecht het verzoek van de vrouw om partneralimentatie afgewezen.