Conclusie
Feiten en procesgang
Beoordeling van het cassatiemiddel
Klacht sub a
Klacht b
Klacht c
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van omgangsrecht en informatierecht, is de vader van vier kinderen in cassatie gegaan tegen een beschikking van het hof. De moeder had in hoger beroep verzocht om benoeming tot voogdes en om een omgangsregeling. Het hof had op 14 mei 1991 het verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling afgewezen, met als argumenten dat de kinderen ernstige bezwaren hadden tegen de informatieverstrekking aan de moeder. De vader was van mening dat het hof de kinderen had moeten horen over de informatieregeling, zoals voorgeschreven in artikel 902b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De vader stelde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom het belang van de moeder zwaarder woog dan de bezwaren van de kinderen. De Procureur-Generaal concludeerde dat het hof voldoende rekening had gehouden met de belangen van de kinderen en dat de klachten van de vader niet tot cassatie konden leiden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de rechten van minderjarigen in het kader van omgangs- en informatieregelingen, en de noodzaak om de mening van kinderen te respecteren, ook al zijn zij niet fysiek aanwezig tijdens de zitting.