ECLI:NL:PHR:2000:AA5677
Parket bij de Hoge Raad
- M.J. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vrijstelling omzetbelasting voor golfvereniging en niet-leden
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van een golfvereniging tegen de uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam van 4 september 1997. De belanghebbende, een golfvereniging, biedt niet-leden de mogelijkheid om gebruik te maken van de golfbaan en de bijbehorende faciliteiten, waarvoor zij een dagcontributie in rekening brengt. De inkomsten van de vereniging bestaan uit contributies van leden, dagcontributies van niet-leden, en andere opbrengsten zoals verhuur van lockers en sponsorbijdragen. Het geschil betreft de vraag of de vereniging aanspraak kan maken op de vrijstelling voor instellingen die zich bezighouden met sportbeoefening, zoals vastgelegd in de Wet op de omzetbelasting 1968. De Inspecteur van de Belastingdienst oordeelde dat de vereniging niet voldeed aan de voorwaarde dat geen winst mag worden beoogd, en legde een naheffingsaanslag op voor de verschuldigde omzetbelasting over de dagcontributies van niet-leden. De vereniging heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd afgewezen door het hof. In cassatie zijn drie middelen ingediend door de vereniging, waarbij zij stelt dat zij geen winst beoogt en dat de vrijstelling van toepassing is. De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende heeft onderzocht of de vereniging met haar activiteiten jegens niet-leden winst beoogt. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de uitspraak van het hof moet worden vernietigd en de zaak moet worden verwezen voor nader onderzoek.