1 Zie dienaangaande P.J. Wattel, De Fiscale boete in rechtspolitiek en grondrechtelijk perspectief, Maastrichtse fiscale symposia nr. 4, Arnhem 1995, blz. 11-30.
2 Wet van 13 maart 1989 houdende Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de herziening van het stelsel van administratieve boeten en van de bevoegdheid tot navorderen, Kamerstukken II 1988-1989, 21 058, nr. 1 en 2
3 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950, Trb. 1951, 154
4 MvT bij de Wet van 13 maart 1989 houdende Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de herziening van het stelsel van administratieve boeten en van de bevoegdheid tot navorderen, Kamerstukken II 1988-1989, 21 058, nr. 3, blz. 13
5 Zie de Bijlage bij de Brief van de Staatssecretaris van Financiën aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 8 april 1992, Kamerstukken II, 1991-1992, 21 058 en 21 369, nr. 10
6 Brief van de Staatssecretaris van Financiën aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 29 maart 1993, Kamerstukken II, 1992-1993, 21 058 en 21 369, nr. 11
7 Tweede NvW van 14 juni 1993 van de Wet houdende Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de herziening van het stelsel van administratieve boeten en van de bevoegdheid tot navorderen, Kamerstukken II 1992-1993, 21 058, nr. 12
8 Wetsvoorstel van 2 november 1993 houdende Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de herziening van het stelsel van administratieve boeten en van het fiscale strafrecht (hierna; het wetsvoorstel), Kamerstukken II 1993-1994, 23 470, nr. 1 en 2
9 MvT bij het Wetsvoorstel, Kamerstukken II 1993-1994, 23 470, nr. 3, blz. 3
10 MvT bij het Wetsvoorstel, Kamerstukken II 1993-1994, 23 470, nr. 3, blz. 31-32
11 MvT bij het Wetsvoorstel, Kamerstukken II 1993-1994, 23 470, nr. 3, blz. 33
12 Voorlopig Verslag van 3 februari 1994 bij het Wetsvoorstel, Kamerstukken II 1993-1994, 23 470, nr. 5, blz. 8
13 De terminologie was inmiddels geconformeerd aan die in de Algemene wet bestuursrecht; niet langer werd gesproken van administratieve boeten, maar van bestuurlijke boeten.
14 Amendement van het lid B.M. de Vries c.s. van 25 november 1997 bij het Wetsvoorstel tot wijziging van enkele wetten in verband met de herziening van het stelsel van bestuurlijke boeten en van het fiscale strafrecht (Invoeringswet bestuurlijke boeten), Kamerstukken II 1997-1998, 24 800, nr. 10; gewijzigd wetsvoorstel van 27 november 1997, Kamerstukken I 1997-1998, 24 800, nr. 154, blz. 2
15 Wet van 17 december 1997 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de herziening van het stelsel van bestuurlijke boeten en van het fiscale strafrecht, Stb. 1997, 738; en de Wet van 18 december 1997 tot wijziging van enkele wetten in verband met de herziening van het stelsel van bestuurlijke boeten en van het fiscale strafrecht (Invoeringswet bestuurlijke
boeten), Stb. 1997, 737
16 Zowel op zaaknr. 39.292 (BPM na schorsing in Duitsland op 16 augustus 1999) als op zaaknr. 39.998 (OB 1997, dus voldoening op aangifte niet vóór 1 januari 1998) is het nieuwe boeterecht van toepassing.
17 MvT bij het Wetsvoorstel tot aanpassing van het fiscale procesrecht aan de Algemene wet bestuursrecht en wijziging van een aantal fiscale en andere wetten (herziening van het fiscale procesrecht), Kamerstukken II 1996-1997, 25 175, nr. 3, blz. 7; Wet van 29 oktober 1998, Stb. 1998, 621
18 Hoge Raad 14 september 1983, nr. 21.907, BNB 1984/224, mt. nt. J.P. Scheltens
19 Zo ook: Hoge Raad 29 maart 1985, nr. 22.708, BNB 1985/165, Hoge Raad 26 oktober 1988, nr. 25.383, BNB 1989/16, mt. nt. J.P. Scheltens en Hoge Raad 16 maart 1994, nr. 29.387, BNB 1994/305. Vgl. ECRM 13 april 1989, 12347/86, BNB 1989/323 en EHRM 9 december 1994, nrs. 48/1993/443/522 en 49/1993/444/523, BNB 1995/113, mt. nt. M.W.C. Feteris (Schouten en Meldrum)
20 Hoge Raad 19 juni 1985, nr. 22.076, BNB 1986/29, mt. concl. A-G Van Soest, mt. nt. J.P. Scheltens
21 Ch.J. Langereis, Hoofdlijnen fiscaal procesrecht, FED Fiscale Studieserie nr.1, FED, Deventer, 1999, blz. 51
22 Hoge Raad 22 juni 1988, nr. 24.998, BNB 1988/292, mt. nt. J.P. Scheltens en Hoge Raad 27 maart 1996, nr. 30.803, BNB 1996/229, mt. nt. M.W.C. Feteris
23 Zo ook Hoge Raad 20 mei 1992, nr. 28.069, BNB 1992/246 (punt 3.2)
24 In zijn noot bij Hoge Raad 22 juni 1988, nr. 24.998, BNB 1988/292
25 Het Hof acht niet bewezen dat sprake was van opzet of grove schuld, zie punt 3.7 in de conclusie bij zaaknrs. 39.997 en 39.998.
26 Hoge Raad 8 maart 2002, nr. 34.992, BNB 2002/223 mt. concl. A-G Wattel, mt. nt. M.W.C. Feteris
27 Conclusie A-G Wattel van 19 december 2000, nr. 34.992, BNB 2002/223 mt. nt. M.W.C. Feteris, V-N 2001/10.5
28 ECRM 4 september 1996, nr. 28990/95 (Elisabeth Fichter tegen Frankrijk), www.echr.coe.int/echr
29 Hoge Raad 8 maart 2002, nr. 34.992, BNB 2002/223 mt. concl. A-G Wattel, mt. nt. M.W.C. Feteris
30 Hoge Raad 28 april 1993, nr. 28.736, BNB 1993/216
31 Hoge Raad 17 april 1996, nr. 31.030, BNB 1996/230, mt. nt. M.E. van Hilten
32 Hoge Raad 9 september 1992, nr. 27.874, BNB 1992/369, mt. nt. P.J. Wattel
33 Punt 2 van zijn noot bij Hoge Raad 9 september 1992, nr. 27.874, BNB 1992/369
34 R.M.P.G. Niessen-Cobben in haar proefschrift, Behoorlijk fiscaal procesrecht, Fiscaal-Wetenschappelijke reeks nr. 3., Gouda-Quint - Arnhem, 1995, blz. 228
35 Hoge Raad 22 juni 1988, nr. 24.998, BNB 1988/292, mt. nt. J.P. Scheltens
36 Hoge Raad 8 maart 2002, nr. 34.992, BNB 2002/223 mt. concl. A-G Wattel, mt. nt. M.W.C. Feteris
37 Conclusie A-G Wattel van 19 december 2000, nr. 34.992, BNB 2002/223 mt. nt. M.W.C. Feteris, V-N 2001/10.5
38 Bedoeld is naar ik aanneem 1 januari 1998.
39 Punt 9 in zijn noot bij Hoge Raad 8 maart 2002, nr. 34.992, BNB 2002/223 mt. concl. A-G Wattel
40 M.W.C. Feteris, Fiscale bestuurlijke boetes en het recht op een eerlijk proces, Fiscale Monografieën nr. 66, tweede geheel herziene druk, 2002, Kluwer - Deventer, blz. 174-176